Ik heb angst- en paniekklachten: wat kan ik hieraan doen?
Iedereen is weleens bang. Angst is een natuurlijke emotie die opspeelt bij dreigend gevaar. Bij buitenproportionele angst- en paniekklachten is er echter iets anders aan de hand: de angst speelt op in situaties waarin er geen daadwerkelijk gevaar is. Je kunt tijdens een angstaanval bijvoorbeeld denken dat je doodgaat als je in de supermarkt staat. Deze klachten van angst en paniek kunnen vanwege de intensiteit een grote belemmering vormen in het dagelijkse leven. Gelukkig kunnen de klachten worden verholpen! In deze blog lichten we meer toe over angst- en paniekklachten en de oplossingen die hiervoor zijn.
Welke soorten angst zijn er?
We willen je eerst meer uitleggen over de herkomst en het ontstaan van angst. Angst komt vaak voor. De schatting is dat in Nederland ruim één miljoen mensen weleens angstaanvallen hebben gehad, ook wel paniekaanvallen genoemd. Angst- en paniekklachten kunnen zich op verschillende manieren uiten en kunnen verschillen in ernst. Ook zijn er verschillende soorten angsten, waaronder agorafobie (straatvrees), sociale fobie, specifieke fobie, ziektevrees, posttraumatische stress (PTSS), dwangstoornis, separatieangststoornis en dysmorfofobie (verstoorde lichaamsbeleving).
Om van angstklachten af te komen, is het belangrijk om eerst vast te stellen van welke soort angst er sprake is.Een burn-out komt voort uit omgevingsfactoren, zoals stress door je werk, school of thuissituatie. Dit kan voor iedereen anders zijn, net zoals onze stressgevoeligheid verschilt. Verder kunnen je persoonlijke eigenschappen een rol spelen, zoals perfectionise, onzekerheid, een groot verantwoordelijkheidsgevoel, of competitief, ambitieus of prestatiegericht zijn.
Hoe ontstaan angst en paniek?
De oorzaak van angst- of paniekklachten kan te maken hebben met allerlei factoren. Wanneer de angst die opspeelt structureel is en je dagelijkse of sociale functioneren belemmert, spreken we hierbij van een angst- of paniekstoornis. Erfelijkheid, opvoeding en ervaringen in de jeugd kunnen een rol spelen. Angst kan voortkomen uit bepaalde persoonlijkheidseigenschappen, zoals een laag zelfbeeld, een sterke controlebehoefte of moeite hebben met grenzen stellen. Ook langdurige stress en spanning vergroten de kans op angstklachten, evenals een hoge stressgevoeligheid. Een ongezond leven, met slechte eetgewoonten en weinig beweging, kan hier tevens aan ten grondslag liggen. Verder kan het gebruik van middelen, zoals alcohol of drugs, van invloed zijn.
Op specifieker niveau ontstaan angst- en paniekklachten door een trigger: een gebeurtenis of situatie die de klachten in gang zet. Er kunnen diverse triggers ten grondslag liggen aan de klachten. Ze kunnen te maken hebben met de bepaalde angst waarvan sprake is, bijvoorbeeld bij een specifieke fobie. Zo heb je bij agorafobie last van angst in openbare ruimtes, met name als je niet eenvoudig weg kunt: openbaar vervoer, een rij bij de kassa in de supermarkt, een lift, of een bioscoop- of concertzaal.
Verder is het vaak zo dat de angst wordt gekoppeld aan een bepaalde situatie of gebeurtenis. Stel je voor dat je eens enorm misselijk bent geworden in de kantine op je werk of in de supermarkt tussen het eten, terwijl je de hele dag al niet zo lekker was. Je hersenen kunnen deze specifieke situatie nu gaan koppelen aan dit gevoel: als ik in de kantine ben, dan word ik ziek. Hieruit blijkt ook dat het om een drogreden gaat, zoals vaak het geval is bij buitensporige angstklachten. De werkelijke reden is namelijk dat je je überhaupt al slecht voelde die dag, wat in principe niets met de kantine te maken heeft. De angst speelt dus zonder daadwerkelijk gegronde reden op, waar je steeds weer last van kunt ervaren. Met de juiste behandeling van angst- of paniekklachten lukt het je om dit los van elkaar te koppelen, waarna de angst zal afnemen.
Wat voel je in je lichaam bij angst of paniek?
Angst is een lichamelijk fenomeen. Het lichaam reageert heel heftig tijdens een aanval van paniek. Je dagelijks functioneren kan daarom ernstig worden verstoord bij een angststoornis: het maakt de stoornis erg vervelend en beperkend. Vanuit het brein, dat overactief en overprikkeld is, wordt het lichaam aangestuurd tijdens een moment van angst of paniek. Je kunt allerlei lichamelijke verschijnselen ervaren, zoals een bonzend hart, droge mond, misselijkheid, trillen, kortademigheid, zweten, rillingen, benauwdheid of wazig zien. Dit versterkt het gevoel dat er iets vreselijks staat te gebeuren: je raakt in paniek!
In werkelijkheid kunnen deze lichamelijke verschijnselen echter geen kwaad. Ze zijn natuurlijk enorm vervelend, maar ze zijn onschuldig. Het is een manier van je lichaam om zich klaar te maken voor alertheid en actie, aangestuurd door de angstsignalen vanuit je brein. Het is niet het geval dat je zult flauwvallen, een hartaanval krijgt, gek zult worden of, nog erger, zult sterven.
Bij angst- en paniekklachten is dat echter wel waar voor wordt gevreesd: er is een grote angst voor het opspelen van de lichamelijke verschijnselen, met het idee dat niemand hierbij kan helpen. Je denkt dat het om een ernstige lichamelijke ziekte gaat, zoals een hartaanval. Hier ben je extreem alert op. Je hebt het gevoel dat je de lichamelijke reactie niet onder controle hebt, waarbij de reactie steeds heviger kan worden. Je lichaam en je brein zijn uit balans geraakt en reageren op elkaar, wat het sterke gevoel van angst teweegbrengt. Juist deze angst voor de lichamelijke verschijnselen maakt het risico op een volgende aanval groter.
Gevolg van angststoornis: situaties en plaatsen vermijden
Om het opspelen van de angstklachten te voorkomen, ga je bepaalde situaties of plekken het liefst uit de weg. Je gaat niet meer met de trein, komt niet meer in de supermarkt of gaat niet meer naar de tandarts. Hoewel dit een veilige oplossing lijkt, versterkt dit eigenlijk het probleem: de angst wordt in stand gehouden. Ook kan de angst verder toenemen, als je andere vergelijkbare situaties gaat koppelen aan de situaties die je uit de weg gaat. Het gevaar voor isolement ligt op de loer, waarbij je in het ergste geval niet of nauwelijks meer de deur uitgaat.
Wat is de oplossing voor angst- en paniekklachten?
Om van een angst- of paniekstoornis af te komen, moet je de angst onder ogen zien. Hoe eng en onhaalbaar dit ook lijkt: het is belangrijk dat het vermijden stopt. Je kunt de situaties namelijk niet voor eeuwig vermijden, en je kunt niet voor altijd waakzaam blijven voor het gevaar voor de situaties waar je bang voor bent.
Bij het aangaan van de confrontatie is het belangrijk om te gaan ervaren dat je verwachting en gevoel over de situatie niet kloppen met de werkelijkheid. Er dreigt geen groot gevaar. Je valt niet flauw en gaat niet dood. Stapje voor stapje moet je je dit gaan realiseren: dit zal heel geleidelijk gaan. Het herstel heeft tijd nodig, wat soms best confronterend kan zijn. Je hoeft dit niet zelf te doen: met een angststoornis behandeling door een psycholoog onderneem je de juiste stappen onder goede begeleiding.
Behandeling voor een angst- en paniekstoornis door de psycholoog
Om op de lange termijn van angst- en paniekklachten af te komen, is het verstandig om hiervoor in behandeling te gaan. Bij de juiste behandeling zijn de klachten voor angst en paniek vaak gelukkig goed op te lossen. Tijdens de therapie wordt de confrontatie aangegaan, ook wel ‘exposure’ genoemd. Het is hierbij essentieel dat de behandeling voor de angststoornis een persoonlijke aanpak kent. De klachten en triggers zijn immers voor iedereen anders: hier moet de behandeling op worden afgestemd.
De meest toegepaste behandeling voor angstklachten is cognitieve gedragstherapie, waarmee je inzichten krijgt in je gedachten en gedrag. Met de oefeningen in de behandeling kom je de angst onder ogen. De oefeningen worden stapsgewijs opgebouwd, van makkelijk naar moeilijk. Je bouwt hiermee langzaamaan je oude gedachten en gevoelens over de situatie af, en doet nieuwe gedachten en gevoelens op over de daadwerkelijke situatie. Je leert anders naar de situatie kijken. Bij psychologen praktijk BrainNetwork helpen we je hier graag bij, met een persoonlijke behandeling.
Aangezien angst- en paniekklachten sterk lichamelijk zijn, combineren we in onze praktijk cognitieve gedragstherapie vaak met lichaamsgerichte therapie. Je kunt denken aan Biofeedback of Psychomotorische therapie. Hiermee leer je de signalen die je lichaam geeft beter te begrijpen: zo kun je beter omgaan met en reageren op bijvoorbeeld de duizeligheid, het trillen en de verhoogde hartslag. Ook dit draagt eraan bij om weer de rust te vinden in situaties die je vreest, en om de klachten structureel te verminderen.
Ervaar je angst- en paniekklachten en wil je hiervoor in behandeling? Neem vrijblijvend contact met ons op: we staan voor je klaar.
Meer informatie over cognitieve gedragstherapie bij Angstklachten kan je ook vinden op de site van de Vereniging voor Gedrags- en Cognitieve therapieën.
In onze Psychologie Blog vind je meer artikelen over angst en paniek klachten