Neurofeedback BrainNetwork

Het ontstaan van Neurofeedback

Neurofeedback is een opkomende en “nieuwe” behandeling, maar gaat eigenlijk al terug tot ongeveer 1960. De geschiedenis aan onderzoekers in dit veld heeft het mogelijk gemaakt voor ons om Neurofeedback te gebruiken als tool voor veel verschillende klachten. Neurofeedback levert in de praktijk mooie resultaten op. Maar hoe is het nu eigenlijk ontstaan? Dit blog geeft uitleg over de geschiedenis aan onderzoek die er toe heeft geleid dat wij bij BrainNetwork Neurofeedback kunnen toepassen om jou te helpen met bepaalde klachten. Op het eind zullen we uitleggen hoe het in de huidige tijd wordt toegepast.

Het begin

Rond 1960 stond EEG-onderzoek naar slaap- en waak toestanden centraal. Pavlov deed onderzoek naar interne inhibitie bij de overgang van waken naar slapen. Interne inhibitie speelt een rol bij het onderdrukken van aangeleerde reacties, en leidt tot een verminderde beweeglijkheid en een gerichtere aandacht. Er zijn bepaalde hersengolven die hiermee te maken hebben, dit zijn hersengolven van twaalf tot vijftien Hertz. Deze hersengolven worden samen het sensomotorisch ritme (SMR) genoemd.

Onderzoeker Barry Sterman deed onderzoek op dit gebied bij katten. Hij leerde katten een geconditioneerde (aangeleerde) reactie aan. De katten moesten op een hendel drukken om voedsel te ontvangen. Nadat de katten dat geleerd hadden, leerde hij de katten een tegengestelde reactie aan: op het moment dat er een toon werd aangeboden, vond er geen voedsel aanbieding plaats. Drukt de kat toch op de hendel, dan houdt de toon langer aan. De katten leren dan om de hendel niet in te drukken als er een toon klinkt. Het onderdrukken van het eerder aangeleerde proces van het indrukken van de hendel, is te beschouwen als interne inhibitie. Sterman ontdekte dat op dat moment het SMR verscheen. Dit SMR vertoonde een gelijkenis met slaapspoelen. Slaapspoelen zijn plotselinge hoogfrequente uitslagen in het EEG die de slaap stabiliseren. Er zijn aanwijzingen dat deze slaapspoelen verband houden met de hoeveelheid leren die voor het slapen plaats heeft gevonden. Ook toonde Sterman aan dat het aantal slaapspoelen in de slaap van de getrainde katten duidelijk steeg. De verhoging van het SMR bij neurofeedback heeft dus waarschijnlijk een positief effect op de slaap.

Een doorbraak kwam in 1967, toen de NASA proefdieren zocht in verband met hun ruimtereizen. Er werd toen onderzoek gedaan naar het effect van schadelijke brandstofdampen. Sterman testte dit wederom bij katten. De meeste proefdieren kregen na ongeveer een uur een epileptische aanval, behalve één groep katten. Die katten had Sterman getraind door ze te belonen wanneer het SMR ritme optrad. Hiermee werd de basis gelegd voor neurofeedback: de mogelijkheid om hersenactiviteit te reguleren via operante conditionering. 

QEEG meting bij Neurofeedback

Neurofeedback bij ADHD

In 1976 ontdekte Joel Lubar dat neurofeedback ook effect had bij ADHD. Hier was al aanleiding voor, omdat slaap ontregelingen bij ADHD vaak een belangrijke rol speelden. Hij stelde, naar aanleiding van al het eerdere onderzoek, dat training van de SMR zou leiden tot een verbetering van het inhibitievermogen. Zoals al eerder werd gezegd zorgt interne inhibitie voor meer gerichte aandacht en verminderde beweeglijkheid.
Inhibitie werd gemeten door middel van spierspanning en een beschrijving van het gedrag van jongens met ADHD in een schoolomgeving. Bij de trainingsperiode werd de SMR gestimuleerd en de thèta-activiteit onderdrukt, waarna inderdaad de spierspanning verminderde en het gedrag verbeterde. In een volgende trainingsperiode waarin de thèta-activiteit werd gestimuleerd en de SMR onderdrukt, bereikte men juist een tegenovergesteld effect.

Neurofeedback BrainNetwork

Bij BrainNetwork zijn we gekwalificeerd als Neurofeedback specialist BCN en lid van BCIA. Dit is het enige erkende internationale instituut voor opleiding en professionalisering van neurofeedback therapeuten. Check daarom voordat je start met een Neurofeedback traject of de aanbieder BCIA gecertificeerd is. 

Binnen Neurofeedback als behandeling zijn er verschillende manieren waarop het wordt uitgevoerd door verschillende aanbieders. Bij BrainNetwork werken wij volgens de klassieke methode. De klassieke vorm van neurofeedback richt zich op het trainen van specifieke hersengolfbanden (zoals alfa, beta, theta, en delta). Dit wordt gedaan door de kracht (power) van deze frequenties te versterken of te verzwakken, afhankelijk van wat nodig is voor de cliënt.

Klassieke neurofeedback

Bij klassieke neurofeedback maken we eerst een QEEG. Op basis hiervan wordt een behandelplan opgesteld. Tijdens de neurofeedback behandeling krijg je opdrachten die je moet doen, op basis van een film op een beeldscherm. Je moet bijvoorbeeld een figuurtje naar een bepaald doel leiden, of zorgen dat de film helder te zien is in plaats van vervaagd. Dit doe je door middel van het controleren van je eigen hersengolven. Hoe beter je deze reguleert, hoe beter de opdracht lukt. Naarmate de training vordert stellen we het programma zo in, dat er beter gepresteerd moet worden voordat de opdracht lukt. Je beloont als het ware het goed reguleren van de hersengolven door het resultaat wat te zien is op het scherm. Door beloning leren je hersenen wat de optimale hersenactiviteit is. Daardoor worden er ook nieuwe verbindingen gemaakt en oude afgebroken. Daarom is het effect van neurofeedback blijvend; het is een techniek die je aanleert en niet meer verleert. 


Ben jij benieuwd wat Neurofeedback voor jouw klachten kan doen? Neem dan contact met ons op en plan een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek in!