Een whiplash betekent dat je hoofd een heftige beweging heeft gemaakt ten opzichte van de rest van je lichaam. Letterlijk betekent whiplash ‘zweepslag’. Bij een whiplash is er sprake van een plotselinge beweging van het hoofd ten opzichte van de romp. Dit kan als gevolg van een aanrijding, maar kan evengoed opgelopen worden door een ongelukkige val van de trap, een ongeluk tijdens het sporten of een harde stoot. In Nederland lopen 15.000 tot 30.000 mensen jaarlijks deze aandoening op. In 70% van de gevallen zijn whiplash klachten echter veroorzaakt worden door een auto-ongeluk.
Bij een groot deel van de mensen die een whiplash hebben doorgemaakt gaan de klachten vanzelf voorbij. Wanneer de klachten na 6 maanden nog niet voorbij zijn spreekt men van het late whiplash syndroom (LWS). De gevolgen van een whiplash zijn voor de buitenstaander vaak niet te zien en zijn voor een arts moeilijk of helemaal niet vast te stellen. Het klachtenpatroon varieert sterk per persoon. Enkele van de symptomen die op kunnen treden zijn:
Bij een whiplash worden de hersenen door elkaar geschud. Door de klap kunnen de patronen van elektrische activiteit verstoord raken waardoor de communicatie tussen de hersendelen niet goed meer verloopt. In veel gevallen zien we dit terug in een overmaat van trage frequenties in het brein. In sommige gevallen zien we een het terug in een overmaat aan snelle frequenties. Door middel van het QEEG kunnen we zien of de gemeten hersenactiviteit passend is bij de klacht en welke specifieke gebieden uit balans zijn.