Neurofeedback bij trauma en PTSS BrainNetwork

Neurofeedback bij trauma: je hersenen leren tot rust komen

Veel mensen die een trauma hebben meegemaakt, herkennen het gevoel dat hun lichaam en geest “blijven vastzitten”. Ook al is het gevaar voorbij, toch lijkt het zenuwstelsel steeds opnieuw alarm te slaan. Dit is de kern van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het dagelijks leven kan daardoor voelen alsof je voortdurend op scherp staat – alert, gespannen, en zonder echte rust.

Psychiater Bessel van der Kolk beschrijft dit in zijn bekende boek Traumasporen: “The body keeps the score.” Trauma zit niet alleen in herinneringen, maar in je hele zenuwstelsel. Herbelevingen, nachtmerries, schrikreacties, prikkelbaarheid of juist gevoelloosheid zijn hier allemaal uitingen van.

Voor veel mensen helpt traumatherapie zoals EMDR of cognitieve gedragstherapie. Maar soms blijft het gevoel bestaan dat het lichaam niet meekomt: het hoofd begrijpt dat het trauma voorbij is, maar het zenuwstelsel reageert alsof het nog steeds gebeurt. Neurofeedback kan in die situatie een belangrijke sleutel zijn.

Hoe PTSS zich kan voelen in het dagelijks leven

Mensen met PTSS beschrijven vaak dat ze nooit echt tot rust komen. Hun lichaam staat voortdurend in een soort overlevingsstand. Een onverwacht geluid, een geur of een situatie kan al als trigger werken en heftige reacties oproepen. Het voelt alsof het gevaar nog steeds aanwezig is, ook al weet je verstand dat je veilig bent.
Veel cliënten omschrijven hun klachten bijvoorbeeld zo:
“Ik slaap slecht en word vaak zwetend wakker uit nachtmerries.”
“Ik voel me constant gespannen, alsof er elk moment iets mis kan gaan.”
“Ik weet dat ik veilig ben, maar mijn lichaam gelooft dat niet.”
“Ik kan me moeilijk concentreren, omdat ik steeds alert ben op mijn omgeving.”
“Ik voel me snel uitgeput, omdat mijn lichaam nooit echt kan ontspannen.”
“Ik schrik van elk geluid, mijn lichaam reageert meteen alsof er gevaar is.”
“Ik heb flashbacks of herbelevingen waardoor het trauma zich afspeelt alsof het nu gebeurt.”
“Ik vermijd plekken of situaties die me doen denken aan wat er gebeurd is.”
“Ik voel me soms verdoofd of afgesloten van mezelf en anderen.”
“Ik raak sneller geïrriteerd en heb woede-uitbarstingen die ik niet goed kan controleren.”

Deze klachten hebben niets te maken met te weinig wilskracht of het niet genoeg je best doen. Veel mensen denken – of krijgen van hun omgeving te horen – dat je “gewoon anders moet denken” of “het verleden moet loslaten”. Maar zo werkt PTSS niet.

De reacties ontstaan niet vanuit een bewuste keuze, maar vanuit een automatisch alarmsysteem in de hersenen en het lichaam. Na een traumatische ervaring raakt dit systeem ontregeld: het slaat te snel en te vaak alarm, ook in situaties die in werkelijkheid veilig zijn. Je lichaam reageert alsof het gevaar nog steeds aanwezig is, zelfs wanneer je hoofd weet dat dat niet zo is.

Het gaat dus niet om gebrek aan inzet of motivatie, maar om een zenuwstelsel dat vastzit in overlevingsstand.

Wat gebeurt er in de hersenen bij trauma?

Trauma laat niet alleen psychologische sporen na, maar ook meetbare veranderingen in de hersenen. Uit onderzoek – onder andere van psychiater Bessel van der Kolk (Traumasporen) – blijkt dat PTSS gepaard gaat met een verstoring in de samenwerking tussen verschillende hersengebieden. Deze gebieden raken als het ware uit balans, waardoor het brein blijft functioneren alsof het gevaar nog steeds aanwezig is.

De belangrijkste betrokken gebieden zijn:

Amygdala – het alarmsysteem

De amygdala is een klein hersengebied dat continu de omgeving scant op gevaar. Bij PTSS is de amygdala overactief: hij slaat veel te snel alarm. Een onverwacht geluid of een geur die herinnert aan het trauma kan dit systeem al activeren. Het lichaam reageert dan direct met stresssignalen zoals hartkloppingen, gespannen spieren en verhoogde alertheid – zelfs wanneer er feitelijk geen gevaar is.

Prefrontale cortex – de rem

De prefrontale cortex helpt normaal gesproken om emoties en impulsen te reguleren. Hij fungeert als een soort rem die het alarmsysteem in toom houdt en ons helpt onderscheid te maken tussen “toen” en “nu”. Bij PTSS is de activiteit van dit hersengebied vaak verlaagd. Hierdoor lukt het minder goed om jezelf gerust te stellen of te relativeren. Het gevoel van veiligheid dringt niet door, ook al weet je verstandelijk dat het gevaar voorbij is.

Hippocampus – geheugen en tijdsbesef

De hippocampus speelt een centrale rol in het verwerken van herinneringen en het plaatsen van ervaringen in de juiste tijd en context. Bij PTSS werkt dit systeem minder efficiënt. Het gevolg: traumatische herinneringen worden niet opgeslagen als “iets dat in het verleden gebeurd is”, maar blijven aanvoelen alsof ze nu gebeuren. Dit verklaart waarom herbelevingen en flashbacks zo intens en realistisch kunnen zijn.

De samenwerking raakt verstoord

Normaal gesproken werken deze hersengebieden nauw samen:
– De amygdala detecteert gevaar.
– De hippocampus plaatst ervaringen in tijd en context.
– De prefrontale cortex reguleert en remt de stressreactie af.
Bij PTSS is deze samenwerking verstoord. De amygdala is overactief, de hippocampus verliest overzicht, en de prefrontale cortex verliest grip. Hierdoor ontstaat een toestand waarin het alarmsysteem bijna continu aan staat. Dit verklaart klachten als hyperalertheid, slaapproblemen, schrikreacties en het gevoel nooit echt tot rust te kunnen komen.
Zoals Van der Kolk schrijft: “Trauma kapen de hersenen.” Het verleden dringt zich steeds weer op in het heden, zowel in gedachten als in het lichaam.

Neurofeedback bij trauma en PTSS BrainNetwork

Hoe neurofeedback kan helpen bij PTSS

Omdat PTSS zo sterk verbonden is met ontregeling in de hersenen, is het logisch om ook dáár in te grijpen. Neurofeedback is een methode die precies dat doet: het geeft de hersenen een spiegel van hun eigen activiteit, waardoor ze leren nieuwe, meer evenwichtige patronen te ontwikkelen.

Amygdala kalmeren

Bij PTSS is de amygdala overactief, wat leidt tot een voortdurende staat van alertheid. Met neurofeedback krijgt het brein feedback wanneer het te sterk in deze hyperarousal schiet. Door herhaald oefenen leert de hersenactiviteit zich te reguleren, waardoor de amygdala minder snel en minder heftig alarm slaat. Mensen ervaren dit vaak als een vermindering van spanning en schrikreacties.

Prefrontale cortex versterken

De prefrontale cortex – het deel dat remt, reflecteert en overzicht biedt – is bij PTSS minder actief. Neurofeedback kan helpen dit gebied weer actiever en sterker te maken. Het resultaat: meer grip op emoties, meer rust in denken, en beter kunnen onderscheiden tussen toen en nu.

Hippocampus ondersteunen

De hippocampus helpt herinneringen in tijd en context te plaatsen. Wanneer deze minder goed functioneert, voelt het trauma steeds alsof het zich opnieuw afspeelt. Neurofeedback kan indirect bijdragen aan een betere samenwerking tussen hippocampus, amygdala en prefrontale cortex. Hierdoor neemt de intensiteit van herbelevingen af en wordt het makkelijker om te voelen dat het verleden ook echt verleden is.

Meer balans en herstel

Door de samenwerking tussen hersengebieden opnieuw in balans te brengen, ervaren veel cliënten dat hun zenuwstelsel eindelijk kan leren schakelen tussen spanning en ontspanning. Dit brengt niet alleen verlichting van klachten, maar ook een gevoel van herstel en ruimte om weer te leven in het hier en nu.


Mensen merken bijvoorbeeld dat zij:
Dieper en rustiger slapen, waardoor ze zich overdag fitter voelen.
Minder nachtmerries en herbelevingen ervaren, zodat de nachten minder beladen zijn.
Meer innerlijke rust en veiligheid voelen, ook in situaties die voorheen spanning opriepen.
Beter kunnen concentreren en taken met meer aandacht uitvoeren.
Minder prikkelbaar en geïrriteerd zijn, waardoor relaties en sociale contacten verbeteren.
Meer emotionele stabiliteit ervaren: ze voelen zich minder snel overspoeld en hebben meer grip op hun stemming.
Minder lichamelijke spanning ervaren, zoals gespannen schouders, hoofdpijn of hartkloppingen.
Meer energie en veerkracht hebben om het dagelijks leven aan te gaan.
Weer ruimte voelen voor plezier, ontspanning en verbinding met anderen – iets wat vaak lange tijd niet vanzelfsprekend was.


Zoals Bessel van der Kolk schrijft in Traumasporen: “Praten helpt, maar vaak niet genoeg. We moeten ook het lichaam en het brein leren dat het gevaar voorbij is.”
Neurofeedback sluit hier nauw bij aan: het is een methode om de hersenen opnieuw te trainen en het lichaam de ervaring van veiligheid terug te geven. Zo ontstaat er stap voor stap meer balans – niet alleen in de hersenen, maar ook in het dagelijks leven.

Een brede en zorgvuldige aanpak

Bij BrainNetwork zien we neurofeedback niet als een losstaande techniek, maar plaatsen we het altijd binnen een bredere visie op herstel. Onze therapeuten zijn naast neurofeedbackspecialisten ook psychologen, waardoor zij de problematiek in de volle breedte kunnen begrijpen en begeleiden.

Neurofeedback kan een belangrijk fundament zijn om het zenuwstelsel tot rust te brengen en stabiliteit te creëren. Tegelijkertijd hebben we de mogelijkheid om, afhankelijk van de hulpvraag en de behoeften van de cliënt, ook gebruik te maken van andere methodieken uit de reguliere zorg of meer lichaamsgerichte benaderingen.

Zo ontstaat er altijd een aanpak die aansluit bij de unieke situatie van de cliënt en die zowel het lichaam als de geest meeneemt in herstel.

Herken jij jezelf in dit verhaal? Neem gerust contact op met Psychologenpraktijk BrainNetwork voor meer informatie of een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Samen kijken we wat jij nodig hebt.

In onze Blog over psychologie vind je meer artikelen over diverse klachten en behandelingen