In een wereld waar we vaak vastzitten achter schermen, in kantoren, of in onze eigen gedachtes, kan het moeilijk zijn om echt tot rust te komen. Stress, spanning, en een constante stroom aan prikkels maken het soms bijna onmogelijk om helder na te denken of ons goed te voelen. Voor veel mensen biedt wandeltherapie een uitkomst. Het is een vorm van therapie die niet binnen vier muren plaatsvindt, maar buiten in de natuur. Het combineert het verlichtende effect van lichaamsbeweging met de kalmerende kracht van de buitenlucht, en het blijkt een effectieve manier te zijn om mentale gezondheid te verbeteren.
Wat is Wandeltherapie?
Wandeltherapie is precies wat de naam suggereert: therapie in beweging. Tijdens een sessie maak je samen met een therapeut een wandeling in een natuurlijke omgeving, zoals een bos, park of langs het strand. Het verschil met een reguliere therapiesessie is dat de beweging en de omgeving een belangrijke rol spelen in het therapeutische proces. Door letterlijk in beweging te komen, ontstaat er vaak ook ruimte voor mentale beweging en vooruitgang.
Het lopen brengt vaak een gevoel van ontspanning en vrijheid met zich mee. De natuur biedt een rustige omgeving waarin het makkelijker is om je gedachten te ordenen, stress los te laten en op een dieper niveau in contact te komen met jezelf en je emoties.
De Voordelen van Wandeltherapie
Wandeltherapie heeft een breed scala aan voordelen, zowel fysiek als mentaal. Hier zijn enkele van de belangrijkste redenen waarom mensen kiezen voor deze vorm van therapie:
1. Beweging bevordert het herstelproces
Beweging is niet alleen goed voor je fysieke gezondheid, maar heeft ook een directe invloed op je mentale welzijn. Lopen stimuleert de aanmaak van endorfines, de zogenaamde ‘gelukshormonen’, waardoor je je beter voelt. Daarnaast helpt lichaamsbeweging bij het verminderen van stress, angst en depressieve gevoelens. De combinatie van wandelen en therapie kan deze positieve effecten versterken, waardoor je je zowel lichamelijk als mentaal sterker voelt.
2. De natuur als kalmerende kracht
Uit onderzoek blijkt keer op keer dat tijd doorbrengen in de natuur een positieve invloed heeft op je mentale gezondheid. Het verlaagt je cortisolniveau (het stresshormoon), helpt bij het verlichten van angst en kan je humeur verbeteren. De natuur biedt een omgeving die minder stressvol is dan de stad, en deze rustgevende omgeving maakt het makkelijker om je open te stellen voor het therapeutische proces. Het maakt je hoofd letterlijk en figuurlijk helder.
3. Makkelijker praten in beweging
Voor veel mensen kan het in een traditionele therapiesetting lastig zijn om zich open te stellen en te praten over hun gevoelens. Wandeltherapie biedt hierin een oplossing. Het feit dat je naast elkaar loopt, in plaats van tegenover elkaar te zitten, zorgt vaak voor een meer ontspannen sfeer. Deze ontspannen omgeving maakt het makkelijker om open gesprekken te voeren en diepere emoties aan te raken. Het kan aanvoelen als een natuurlijke manier van praten, waardoor je jezelf minder geremd voelt.
4. Symboliek in de beweging
Het lopen zelf kan ook symbolisch werken in het proces van persoonlijke ontwikkeling. Wanneer je letterlijk stappen zet, kan dit helpen om ook mentaal stappen vooruit te zetten. Het doorlopen van verschillende landschappen, bijvoorbeeld een open veld of een dicht bos, kan symbool staan voor de verschillende fasen in je leven of de uitdagingen die je tegenkomt. Deze metafoor maakt het makkelijker om patronen te doorbreken en nieuwe perspectieven te ontdekken.
5. Toegankelijk en laagdrempelig
Voor mensen die zich ongemakkelijk voelen bij traditionele vormen van therapie, biedt wandeltherapie een laagdrempelige en toegankelijke optie. Het feit dat je buiten bent, actief bezig bent, en geen directe ‘confrontatie’ met de therapeut hebt door elkaar recht in de ogen te kijken, kan zorgen voor een veilige en ontspannen setting.
Voor wie is wandeltherapie geschikt?
Wandeltherapie is geschikt voor iedereen die op zoek is naar een andere manier van therapie. Het kan bijzonder effectief zijn voor mensen die:
Stress of burn-out klachten ervaren en behoefte hebben aan ontspanning en een natuurlijke manier van helen.
Depressieve gevoelens hebben en zich vastgelopen voelen in hun gedachtes.
Angstklachten ervaren en op zoek zijn naar een rustige, niet-bedreigende omgeving om deze angsten te onderzoeken.
Moeite hebben met traditionele gespreksvormen en zich prettiger voelen in een informele setting.
Zoeken naar persoonlijke groei en nieuwe perspectieven in hun leven willen ontdekken.
Hoe Ziet Een Wandeltherapiesessie Eruit?
Tijdens individuele sessies maakt de buitenpsycholoog samen met jou een wandeling in een park, bos of een andere natuurlijke omgeving. Tijdens deze wandelingen wordt er op een ontspannen manier gesproken over gedachten, gevoelens en eventuele problemen, terwijl je tegelijkertijd kunt genieten van de rust en schoonheid van de natuur.
Afhankelijk van je hulpvraag en de voortgang van de therapie, worden specifieke activiteiten en oefeningen ingezet die de interactie met de natuur bevorderen en je welzijn ondersteunen. Dit kan onder andere mindfulness, meditatie, ademhalingsoefeningen en werken met natuurlijke materialen omvatten. Door bewust stil te staan bij de omgeving en wat deze met je doet, ontstaat er ruimte voor reflectie en groei.
De combinatie van lichamelijke activiteit en mindfulness in de buitenlucht maakt wandeltherapie uniek. De buitenpsycholoog helpt je om je zintuigen, gedachten en emoties op een bewuste manier waar te nemen, terwijl je door de natuurlijke omgeving wandelt. Dit zorgt voor een diepere verbinding met jezelf en biedt een rustgevende, effectieve manier om met persoonlijke uitdagingen om te gaan.
De Kracht van Wandeltherapie
Wandeltherapie biedt een prachtige combinatie van beweging, natuur en gesprek. Het geeft je letterlijk de ruimte om te ademen, zowel fysiek als mentaal. Voor velen voelt het als een natuurlijke manier om aan persoonlijke groei te werken en stress en spanning los te laten. Het biedt een perfecte balans tussen inspanning en ontspanning, en kan je helpen om op een nieuwe manier naar jezelf en je uitdagingen te kijken.
Zin om Samen op Pad te Gaan?
Voel je dat je vastloopt in het dagelijks leven, dat je last hebt van stress, of dat je behoefte hebt aan een frisse benadering van therapie? Wandeltherapie kan precies zijn wat je nodig hebt. Het geeft je de mogelijkheid om in beweging te komen, zowel fysiek als mentaal, en helpt je om op een natuurlijke manier dichter bij jezelf te komen.
Neem contact met ons op voor meer informatie en ontdek hoe wandeltherapie jou kan helpen om weer helderheid, rust en balans te vinden.
In onze Blog over psychologie vind je meer artikelen over diverse klachten en behandelingen
Vermoeidheid is een van de meest voorkomende klachten waar veel mensen mee te maken hebben. Of het nu gaat om een aanhoudende lage energie, een gevoel van constante uitputting, of moeite om de dag door te komen, vermoeidheid heeft grote gevolgen voor ons dagelijks functioneren. Het kan invloed hebben op onze productiviteit, sociale interacties en zelfs onze mentale gezondheid. Wat veel mensen echter niet weten, is dat voeding een belangrijke rol kan spelen in het bestrijden van vermoeidheid. Hier komt orthomoleculaire geneeskunde in beeld, een benadering die steeds meer aandacht krijgt vanwege haar focus op het herstellen van de gezondheid door middel van voedingsstoffen.
Wat is orthomoleculaire geneeskunde?
Orthomoleculaire geneeskunde richt zich op het optimaliseren van de gezondheid door het in balans brengen van de juiste voedingsstoffen in de juiste hoeveelheden. Dit gaat verder dan het idee van een standaard gezond dieet; het gaat om het geven van het lichaam precies wat het nodig heeft om optimaal te functioneren. Door het aanpassen van voeding, suppletie en leefstijl kan het lichaam herstellen en meer energie genereren.
Vermoeidheid kan veroorzaakt worden door verschillende factoren, zoals een tekort aan bepaalde vitamines en mineralen, hormonale disbalans, een verstoorde slaap, of chronische stress. Orthomoleculaire therapie kijkt naar het geheel van deze factoren en probeert de onderliggende oorzaken van vermoeidheid aan te pakken.
Hoe Vermoeidheid het Dagelijks Functioneren Beïnvloedt
Voor degenen die worstelen met chronische vermoeidheid, is de impact op het dagelijks leven enorm. Taken die normaal eenvoudig zouden zijn, zoals het huishouden, werken of sporten, kunnen ineens aanvoelen als een zware last. Concentratieproblemen, prikkelbaarheid en een gebrek aan motivatie kunnen optreden. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de fysieke gesteldheid, maar ook voor de mentale en emotionele gezondheid.
Uit onderzoek blijkt dat mensen die last hebben van chronische vermoeidheid vaak moeite hebben om hun werk goed te doen, wat kan leiden tot meer fouten en een lager werktempo. Bovendien kan het sociale leven eronder lijden, omdat vermoeide mensen vaker sociale situaties vermijden, simpelweg omdat ze de energie niet hebben. Uiteindelijk kan langdurige vermoeidheid zelfs leiden tot een burn-out of depressie.
De Rol van Voedingsstoffen bij Vermoeidheid
Vermoeidheid kan vaak worden gekoppeld aan een gebrek aan essentiële voedingsstoffen. Een orthomoleculair therapeut kan door middel van bloedonderzoek of andere diagnostische methoden vaststellen waar precies tekorten liggen. Veelvoorkomende tekorten bij vermoeidheidsklachten zijn onder andere: Vitamine B12: Dit is een essentiële vitamine voor het energiemetabolisme. Een tekort kan leiden tot extreme vermoeidheid en concentratieproblemen. IJzer: IJzertekort, vooral bij vrouwen, kan leiden tot bloedarmoede, wat weer resulteert in lage energie en zwakte. Magnesium: Magnesium speelt een cruciale rol in de energieproductie en ontspanning van de spieren. Een tekort kan leiden tot vermoeidheid en spierkrampen. Omega-3 vetzuren: Deze vetzuren zijn belangrijk voor de hersenfunctie en stemming. Een gebrek hieraan kan bijdragen aan mentale vermoeidheid en depressieve gevoelens. Vitamine D: Vooral in de wintermaanden hebben veel mensen een tekort aan vitamine D, wat vermoeidheid en lusteloosheid kan verergeren.
Door deze tekorten aan te vullen met gerichte voedingssupplementen of veranderingen in de voeding, kan orthomoleculaire geneeskunde helpen om de energie weer te herstellen.
Intoleranties en Gevoeligheden voor Voedingsstoffen
Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat vermoeidheid ook kan worden veroorzaakt door voedselintoleranties of -gevoeligheden. Dit zijn niet altijd directe allergische reacties, maar subtielere vormen van overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen. Deze kunnen een grote impact hebben op je energieniveau zonder dat je je hiervan bewust bent. Veelvoorkomende stoffen die vermoeidheidsklachten kunnen veroorzaken door intolerantie zijn: Gluten: Bij mensen met coeliakie of glutenintolerantie kan de inname van gluten leiden tot ontstekingsreacties, wat weer resulteert in vermoeidheid, een opgeblazen gevoel en darmklachten. Lactose: Mensen die lactose-intolerant zijn, kunnen na het eten van zuivelproducten last krijgen van buikpijn, opgeblazen gevoel en energieverlies. Histamine: Sommige mensen hebben moeite met het afbreken van histamine, wat voorkomt in bepaalde voedingsmiddelen zoals oude kaas, rode wijn en gefermenteerde producten. Dit kan leiden tot vermoeidheid, hoofdpijn en andere fysieke klachten. Fructose: Overgevoeligheid voor fructose, een vorm van suiker die in veel fruit en bewerkte voedingsmiddelen zit, kan spijsverteringsproblemen en vermoeidheid veroorzaken. Het identificeren van deze voedingsintoleranties kan een cruciale stap zijn in het verminderen van vermoeidheidsklachten. Een orthomoleculair therapeut kan je helpen om deze gevoeligheden op te sporen en een dieet op te stellen dat past bij jouw lichaam. Door voedingsmiddelen te vermijden die je lichaam niet goed kan verwerken, kun je je energieniveau aanzienlijk verbeteren.
Holistische Aanpak bij Vermoeidheid
Binnen onze praktijk kijken wij naar vermoeidheidsklachten vanuit een holistisch perspectief. Dit betekent dat wij verder kijken dan alleen de symptomen. We nemen de volledige context van een persoon in overweging, zoals persoonsfactoren, stressniveau en leefstijlgewoonten. Stress, bijvoorbeeld, kan een belangrijke rol spelen in het ontstaan en in stand houden van vermoeidheid.
Naast de mentale en emotionele factoren kan voeding, net als in de orthomoleculaire geneeskunde, een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van energiebalans. Daarom werken wij vanuit een integrale aanpak, waarin we niet alleen naar psychologische aspecten kijken, maar ook aandacht besteden aan voeding en leefstijlfactoren. Door deze elementen te combineren, zijn we in staat om klachten op een diepere en meer duurzame manier aan te pakken.
Leefstijladviezen voor Meer Energie
Naast het aanvullen van voedingsstoffen, kijkt orthomoleculaire geneeskunde ook naar andere leefstijlfactoren die bijdragen aan vermoeidheid. Slaap, stressmanagement en beweging spelen hierin een belangrijke rol. Hier zijn enkele tips die orthomoleculaire therapeuten vaak aanraden: Optimaliseer je slaap: Zorg voor een consistent slaappatroon en creëer een rustgevende slaapomgeving. Slaap is essentieel voor het herstel van lichaam en geest. Vermijd overmatige suikerconsumptie: Suiker kan je energieniveau tijdelijk verhogen, maar veroorzaakt ook pieken en dalen in je bloedsuikerspiegel, wat leidt tot meer vermoeidheid. Beweeg regelmatig: Regelmatige lichaamsbeweging, vooral in de buitenlucht, stimuleert de bloedsomloop en verbetert de energie. Verminder stress: Chronische stress kan je energiereserves uitputten. Zoek manieren om stress te verminderen, zoals meditatie, ademhalingsoefeningen of yoga.
Een Holistische Benadering in de Praktijk
Het belangrijkste voordeel van een holistische benadering is dat we verder kijken dan de symptomen en op zoek gaan naar de onderliggende oorzaken. Of het nu gaat om voeding, stress, of persoonlijke factoren, ons doel is om samen met jou te werken aan een gezonder en energieker leven. Door deze aanpak kunnen mensen vaak aanzienlijke verbeteringen in hun energieniveau ervaren.
Als je worstelt met aanhoudende vermoeidheid en geen duidelijke medische oorzaak hebt gevonden, kan het de moeite waard zijn om onze holistische aanpak te overwegen. Samen met jou kunnen we een behandelplan opstellen dat is afgestemd op jouw unieke situatie, zodat je je energie terug kunt winnen en weer voluit kunt leven.
Wil je weten of wij je kunnen helpen? Neem dan contact met ons op.
In onze Blog over psychologie vind je meer artikelen over diverse klachten en behandelingen
Stress is een bekend fenomeen dat veel mensen dagelijks ervaren. Maar wist je dat stress een sterke invloed kan hebben op je darmen? Er is een directe verbinding tussen je hersenen en je darmen, ook wel de “hersen-darm-as” genoemd. Wanneer je stress ervaart, kan dit allerlei negatieve gevolgen hebben voor je spijsvertering en de gezondheid van je darmen. In deze blog gaan we dieper in op hoe stress darmproblemen kan veroorzaken, wat de gevolgen zijn en wat je kunt doen om deze problemen te verminderen.
Hoe stress darmklachten kan veroorzaken
Onze darmen worden vaak aangeduid als het “tweede brein” vanwege hun nauwe verbinding met het centrale zenuwstelsel. Deze communicatie gebeurt via de hersen-darm-as, een complexe wisselwerking tussen de hersenen en het spijsverteringsstelsel. Wanneer je stress ervaart, activeert je lichaam de “vecht-of-vlucht”-reactie. Dit betekent dat je zenuwstelsel signalen naar je darmen stuurt die de spijsvertering kunnen verstoren. Er zijn een paar belangrijke manieren waarop stress je darmen kan beïnvloeden:
Vertraagde Spijsvertering: Onder stress geeft je lichaam prioriteit aan overleving, wat betekent dat processen zoals de spijsvertering worden vertraagd. Dit kan leiden tot obstipatie en een opgeblazen gevoel.
Snellere Maaglediging: Aan de andere kant kan acute stress ervoor zorgen dat je darmen te snel werken, wat kan leiden tot diarree of buikpijn.
Veranderde Darmflora: Langdurige stress kan de balans van je darmbacteriën veranderen, wat leidt tot ontstekingen en een verhoogde gevoeligheid van de darmwand. Dit kan ook bijdragen aan aandoeningen zoals het prikkelbare darm syndroom (PDS).
Toegenomen Maagzuurproductie: Stress kan ervoor zorgen dat je maag meer zuur produceert, wat kan leiden tot maagklachten zoals brandend maagzuur of zelfs maagzweren op de lange termijn.
Wat zijn de gevolgen van darmklachten door stress?
De gevolgen van stress-gerelateerde darmklachten kunnen zowel fysiek als mentaal zijn. Enkele van de meest voorkomende gevolgen zijn:
Prikkelbare Darm Syndroom (PDS): Mensen die langdurig stress ervaren, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van PDS. Symptomen zijn onder meer buikpijn, diarree, obstipatie, en een opgeblazen gevoel.
Slaapproblemen: Darmklachten kunnen je slaap verstoren, vooral als je vaak last hebt van pijn of ongemak in de buik.
Verminderde weerstand: Omdat een groot deel van je immuunsysteem zich in je darmen bevindt, kan een verstoorde darmflora je vatbaarder maken voor ziektes.
Emotionele en psychologische impact: Chronische darmklachten kunnen leiden tot gevoelens van angst, depressie en isolement, wat de stress verder kan vergroten. Dit kan een vicieuze cirkel creëren waarbij de stress en darmklachten elkaar blijven versterken.
Wat kun je doen tegen stress en darmklachten?
Gelukkig zijn er manieren om de negatieve effecten van stress op je darmen te verminderen. Hier zijn enkele effectieve strategieën: Stressmanagement:
Ademhalingsoefeningen en meditatie: Door bewust ademhalingstechnieken te oefenen, kun je je zenuwstelsel kalmeren en de stressreactie in je lichaam verminderen. Mindfulness of meditatie kan ook helpen om je gedachten te verhelderen en je geest te ontspannen. Beweging: Regelmatige lichaamsbeweging, zoals wandelen, yoga of zwemmen, kan helpen om de spanning in je lichaam te verminderen en de doorbloeding van je darmen te verbeteren.
Gezonde Voeding:
Vezelrijke voeding: Het eten van voldoende vezels helpt de spijsvertering te reguleren en kan darmproblemen zoals obstipatie verminderen. Goede bronnen van vezels zijn volkoren granen, groenten, fruit en peulvruchten. Probiotica: Deze goede bacteriën kunnen helpen de balans in je darmflora te herstellen. Je kunt ze vinden in gefermenteerde voedingsmiddelen zoals yoghurt, kefir, en zuurkool, of als supplement. Hydratatie: Drink voldoende water gedurende de dag om je spijsvertering te ondersteunen. Een goede vochtbalans kan helpen om problemen zoals obstipatie te voorkomen.
Vermijd irriterende stoffen:
Alcohol en cafeïne kunnen de spijsvertering verstoren en stress verergeren. Probeer deze stoffen te verminderen als je vaak last hebt van darmklachten. Vermijd zware maaltijden: Grote maaltijden kunnen je spijsvertering belasten. Het kan helpen om kleinere, frequente maaltijden te eten in plaats van drie grote maaltijden per dag.
Zoek professionele hulp: Als je merkt dat je ondanks veranderingen in je levensstijl nog steeds ernstige stress en darmklachten ervaart, is het belangrijk om met een arts of therapeut te praten. Soms kan cognitieve gedragstherapie helpen om beter met stress om te gaan, en een orthomoleculair therapeut of diëtist kan je begeleiden bij het aanpassen van je dieet om je darmgezondheid te verbeteren.
Heb jij last van darmklachten en wil je graag verder onderzoeen wat er aan de hand is en wat je eraan kan doen. Bij BrainNetwork zijn er therapeuten die je er graag bij helpen. Neem voor meer informatie contact met ons op.
In onze Blog over psychologie vind je meer artikelen over diverse klachten en behandelingen
Ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking maakt ooit wel eens een ingrijpende gebeurtenis mee. Dit kan grote gevolgen voor je hebben, vandaag of pas later. In bepaalde situaties kan dit leiden tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Bij PTSS wordt de herinnering aan het trauma opgeslagen in je brein en veroorzaakt het nog steeds problemen zoals herbelevingen, nachtmerries en lichamelijke klachten. Praten met een psycholoog over deze ingrijpende ervaring kan je helpen om stress of angstklachten als gevolg van een trauma te verminderen. De laatste jaren zien we ook steeds meer de effectieve inzet van ervarings- of lichaamsgerichte behandelingen als onderdeel van de verwerking, zoals onder andere beschreven door Bessel van der Kolk. In deze blog lees je hier meer over.
Meer dan de helft van de Nederlandse bevolking maakt ooit in zijn of haar leven een ingrijpende of schokkende gebeurtenis mee die een grote invloed kan hebben op je leven. Je kan daarbij denken aan een auto ongeluk, mishandeling, ernstig geweld of seksueel misbruik. Veel mensen die dit meemaken kunnen deze gebeurtenis na een aantal weken een plaats geven waarbij dit geen grote invloed meer heeft op het dagelijks functioneren. Voor andere mensen lukt dit helaas niet en kan het trauma nog lange tijd veel gevolgen hebben. Ongeveer 7% van de Nederlandse bevolking krijgt te maken met een posttraumatische stressstoornis (afgekort PTSS) als gevolg van een schokkende gebeurtenis.
Bij PTSS is de herinnering aan het trauma zo opgeslagen, dat je er later nog steeds last van ondervindt. Je ervaart bijvoorbeeld herbelevingen, waarbij het steeds voelt alsof de gebeurtenis weer opnieuw plaatsvindt of je wordt geteisterd door verschrikkelijke nachtmerries. Ook is er bij PTSS vaak sprake van een scala aan lichamelijke klachten, waarnaast er soms ook nog andere ‘comorbide’ stoornissen en klachten (of ziektebeelden) kunnen ontstaan.
Gevolgen van PTSS voor je functioneren
De gevolgen van PTSS kunnen zeer ingrijpend zijn. We spreken meestal over PTSS als klachten, als gevolg van een traumatische ervaringen, hevig zijn, niet vanzelf minder worden en langer dan een maand aanhouden. De klachten die mensen ervaren met PTSS kunnen zeer divers zijn. Vaak hebben de klachten een grote impact op iemands zijn of haar dagelijkse functioneren en ervaart ook de naaste omgeving een verandering in gedrag. Een aantal veel voorkomende kenmerken zijn:
Minder goed of slecht slapen
Angstklachten en erg op je hoede zijn
Minder contact zoeken
Herbeleven van de gebeurtenis
Spanning of stress ervaren (ook fysiek)
Vermijding van zaken die je aan de gebeurtenis doen denken
Dat iemand met PTSS slechter slaapt, is heel goed te begrijpen. Niet alleen omdat je last hebt van nachtmerries, maar ook vanwege de overactiviteit van het lichaam, of wel ‘hyper-arousal’. Deze hyper-arousal ontstaat doordat het sympatische zenuwstelsel (bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de vecht-vlucht-bevries reactie) overactief is. Hierdoor ben je erg schrikkerig, prikkelbaar, ervaar je weinig concentratie en een soort constante angst en oplettendheid. Je lichaam bevindt zich dus constant in de staat die nodig is bij acuut gevaar. Echter ben je op dit moment niet meer in gevaar. Deze overactiviteit kan ook in een bepaalde vorm aanwezig zijn in het lichaam na langdurige stress. Je hoort mensen dan vaak zeggen ‘ik sta altijd aan’. Dit langdurig ‘aan’ staan kan zorgen voor verschillende klachten. Het heeft bijvoorbeeld invloed op je stofwisseling, afweersysteem, hart- en vaten, maar ook kun je last krijgen van pijnlijke spieren door spierspanning.
Klachten als gevolg van PTSS of trauma verminderen?
Er zijn verschillende methode om je helpen bij het verwerken van een trauma en de klachten als gevolg van PTSS te verminderen. Veel toegepaste methoden bij PTSS zijn bijvoorbeeld exposure therapie en EMDR (lees meer over EMDR op www.emdr.nl). Bij deze type behandelmethoden staat het herbeleven centraal en dit is vaak zeer effectief. Klachten, ook fysieke klachten, als gevolg van de overactiviteit van je systeem worden door deze methode vaak minder aangesproken.
Onlangs is er veel in de media verschenen, onder andere bij het programma zomergasten, over trauma therapeut Bessel van der Kolk. Bessel werkt als therapeut in de Verenigde Staten en is ook gespecialiseerd in lichaamsgerichte methoden zoals Biofeedback. In deze visie wordt in de behandeling van PTSS meer nadruk gelegd op de verbinding tussen je lichaam en brein. Ook in onze praktijk zien we goede resultaten in het verminderen van klachten als gevolg van PTSS door de inzet van lichaamsgerichte behandelmethode zoals biofeedback en neurofeedback.
Biofeedback
Biofeedback is een waardevolle methode om het lichaam weer in de rusttoestand te krijgen. Wanneer je terug in de rusttoestand verkeert, zul je merken dat veel (stress)klachten afnemen. Het is natuurlijk niet moeilijk om te bedenken dat in een staat die je zou moeten redden van acuut gevaar, geen ruimte is om rustig een boek te lezen of lekker te slapen. Biofeedback therapie omvat verschillende methoden en oefeningen die ervoor zorgen dat het zenuwstelsel weer rustig wordt, en geeft je inzicht in jouw persoonlijk functioneren. Zo heb je zelf meer invloed over wat stress en angst met jouw lichaam en geest doet.
Neurofeedback
Daarnaast kan Neurofeedback erg waardevol zijn bij trauma. Bij Neurofeedback trainen we hersengolven op een non-invasieve manier. Normale hersengolven kunnen worden verstoord door trauma, waardoor patiënten vast komen te zitten in ongezonde patronen van overactiviteit en disfunctioneel gedrag. Je limbisch systeem, het hersengebied verantwoordelijk voor angst en veiligheid, is bijvoorbeeld meer actief. Ook kan het zijn dat je in een volledige ‘shut down’ terechtkomt, wat je kunt zien als een bevries reactie op het constante gevoel van gevaar. Gesprekstherapie werkt op de prefrontale cortex waar we plannen, leren en organiseren, maar het communiceert niet zo goed met het limbisch systeem, die de herinneringen aan trauma’s ervaart en opslaat. Neurofeedback kan de hersenen helpen flexibeler te worden en gezondere patronen en reacties te ontwikkelen, een proces dat bekend staat als neuroplasticiteit.
PTSS kan heel ingrijpend zijn en een grote impact hebben op je dagelijkse functioneren, ook voor de mensen om je heen. Er zijn verschillende behandelmethode om je te helpen en klachten te verminderen. EMDR wordt veel en vaak effectief ingezet maar ook lichaamsgerichte behandelmethode kunnen bijdragen aan een duurzaam herstel. Ervaar je psychische klachten als gevolg van een traumatische gebeurtenis? Wil je meer weten over EMDR of wat neuro- of biofeedback therapie voor jou zou kunnen doen? Neem dan contact met ons op voor een professionele en persoonlijke blik op jouw klachten.
In onze samenleving worden steeds meer mensen geconfronteerd met overprikkeling. Dit verschijnsel kan voorkomen bij verschillende aandoeningen en situaties, zoals…
Een burn-out ontstaat vaak na een lange periode van overbelasting, waarin rust en herstel niet voldoende aan bod komen. Veel mensen ervaren extreme vermoeidheid, moeite met concentreren, emotionele uitputting of zelfs lichamelijke klachten zoals spanningen en hoofdpijn. Het goede nieuws is dat herstel mogelijk is – en dat dit herstel niet alleen gaat over rust, maar ook over actief werken aan verandering en persoonlijke groei.
Bij BrainNetwork bieden we zowel coaching als behandeling aan voor mensen met burn-outklachten. Onze aanpak helpt je om niet alleen te herstellen, maar ook nieuwe inzichten te krijgen waarom je dingen op een bepaalde manier doet, hoe je met stress omgaat en hoe je in de toekomst beter voor jezelf kunt zorgen.
Herstel van Burn-out: Waar begin je?
Het herstellen van een burn-out gaat verder dan alleen rust nemen. Je hebt de juiste begeleiding en ondersteuning nodig om niet alleen te herstellen, maar ook sterker terug te komen. Onze coaching en behandeling richten zich op verschillende aspecten van je herstel:
1. Herken de signalen en neem ze serieus
Een belangrijke eerste stap is het erkennen van de burn-out en de bijbehorende signalen. Veel mensen blijven doorgaan terwijl ze zich al uitgeput voelen, wat het herstelproces alleen maar langer kan maken. Wij helpen we je om beter naar je lichaam en geest te luisteren en de noodzaak van rust en herstel te erkennen.
2. Coaching voor inzicht en zelfbewustzijn
In de coachingtrajecten bij burn-out kijken we samen naar de oorzaken van je klachten. Wat heeft geleid tot de burn-out? Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met werkdruk, moeite met grenzen stellen of perfectionisme. Coaching helpt je om inzicht te krijgen in deze patronen en nieuwe strategieën te ontwikkelen om hier anders mee om te gaan. Je leert bijvoorbeeld om beter prioriteiten te stellen, grenzen te bewaken, dingen los te laten en effectiever met stress om te gaan.
3. Behandeling voor mentale en fysieke ondersteuning
Bij BrainNetwork hebben we een brede aanpak waarbij we verder kijken dan alleen de mentale belasting. We hanteren een holistische aanpak die zich richt op zowel lichaam als geest. Denk aan aandacht voor je leefstijl: hoe je voeding, beweging en slaap een rol spelen in je herstel. Kleine veranderingen in deze gebieden kunnen een groot verschil maken voor je energiebalans en algehele welzijn.
4. Biofeedback en Neurofeedback voor Stressmanagement
Een belangrijk onderdeel van onze behandeling kan biofeedback of neurofeedback zijn. Hiermee krijg je inzicht in hoe je lichaam op stress reageert en/of uit balans is geraakt, bijvoorbeeld door het meten van je hartslag of hersenactiviteit. Dit geeft je de mogelijkheid om bijvoorbeeld actief te werken aan het reguleren van je stressniveau, zodat je je lichaam beter leert ontspannen en signalen van stress tijdig kunt herkennen.
5. Herstel van werk- en leefbalans
Veel mensen met een burn-out ervaren dat hun werk-privébalans uit evenwicht is geraakt. Tijdens de sessies helpen we je om deze balans opnieuw te herstellen. We bespreken samen welke veranderingen nodig zijn, zowel op het werk als in je persoonlijke leven, om te voorkomen dat je weer over je grenzen gaat. Dit kan variëren van praktische aanpassingen in je dagindeling tot het leren ‘nee’ zeggen tegen extra taken.
6. Leer actief om te gaan met stress
Naast rust is het belangrijk om tijdens het herstel actief te werken aan nieuwe manieren om met stress om te gaan. In onze coaching en behandeling leren we je technieken zoals ademhalingsoefeningen, mindfulness of ontspanningsoefeningen die je helpen om beter met stressvolle situaties om te gaan. Dit voorkomt dat stress zich opnieuw ophoopt en je weer richting burn-out beweegt.
7. Wees geduldig met jezelf
Herstellen van een burn-out is een proces dat tijd vraagt. Tijdens het coachingtraject moedigen we je aan om realistische verwachtingen te hebben over je herstel en niet te snel te veel van jezelf te eisen. We werken stap voor stap, met aandacht voor zowel de kleine als de grotere successen. Het herstelproces draait om geduld en consistentie, zodat je sterker terugkomt en beter voorbereid bent op de toekomst.
Jouw weg naar herstel
Of je nu kiest voor coaching, behandeling of een combinatie van beide, onze aanpak is altijd op maat gemaakt. Tijdens een kennismakingsgesprek bespreken we samen jouw situatie en kijken we naar welke aanpak het beste bij jou past. We geloven in een persoonlijke en holistische benadering die jou helpt om weer in balans te komen en tools te ontwikkelen om in de toekomst beter met stress om te gaan.
Bij BrainNetwork begeleiden we je in jouw herstelproces. Wil je meer weten over onze coaching en behandelingsmogelijkheden bij burn-out? Neem dan gerust contact met ons op. We staan klaar om je te ondersteunen.
In onze Blog over psychologie vind je meer artikelen over diverse klachten en behandelingen
Je wilt jezelf bewijzen en je wilt presteren: dit lijkt je leven beter te maken. Fouten maken? Daar is geen ruimte voor! En als er dan toch een keer iets misgaat, neem je het jezelf enorm kwalijk. Als je jezelf hierin herkent, is er een grote kans dat je perfectionistisch bent. Pas op dat je er niet in doorslaat: in dit artikel leggen we uit waarom perfectionisme gevaarlijk kan zijn én wat je eraan kunt doen.
We willen allereerst antwoord geven op de vraag: wat is perfectionisme nu precies? Het gaat om een denkwijze die is gestoeld op het stellen van hoge standaarden. Dit baseren we zowel op onze identiteit (wie we zijn) als onze prestaties (wat we doen). We vinden het belangrijk om alles perfect te doen en vooral geen fouten te maken. We willen onszelf bewijzen, om goedkeuring te krijgen of erbij te horen. Uit angst voor falen, willen we zoveel mogelijk de controle behouden en voelen we ons verantwoordelijk voor wat er om ons heen gebeurt, ook als we dit eigenlijk niet in eigen handen hebben.
Al gauw stellen we onhaalbare eisen aan onszelf door perfectionistisch te zijn. Voor ons gevoel doen we het namelijk nooit goed genoeg. We zijn enorm streng voor onszelf. Fouten zijn niet toegestaan, want alles moet perfect gaan zodat we ons nergens voor hoeven te schamen. Gaat er toch iets mis? Dan voldoen we niet aan de verwachting, en nemen we het onszelf enorm kwalijk.
Perfectionisme lijkt goed, maar dat is het niet altijd
Veel mensen denken in eerste instantie dat perfectionisme iets goeds is, omdat het bevlogenheid en betrokkenheid toont. Het wordt dan ook wel genoemd als positieve eigenschap, tijdens een sollicitatiegesprek bijvoorbeeld. Er zit echter een dunne lijn tussen positieve bevlogenheid en te ver gaan in deze bevlogenheid. Kijk hieronder maar eens naar de positieve én negatieve eigenschappen van perfectionisme.
Positieve eigenschappen
– Doorzetten
– Proactief zijn
– Loyaal zijn
– Betrokken zijn
– Betrouwbaar zijn
– Doelgericht zijn
– Detailgericht zijn
– Gestructureerd zijn
Negatieve eigenschappen:
– Nooit tevreden zijn
– Inefficiënt zijn
– Moeite hebben met loslaten
– Starheid tonen
– Zwart-wit-denken
– Doemdenken
– Uitstellen
– Vermijden
Perfectionisme kan een zelfvernietigende eigenschap zijn, als je er te ver in gaat. Hier is sprake van als je te hoge, onrealistische standaarden stelt. Op de website van Psychologie Magazine kan je testen hoe perfectionistisch jij bent. Je kunt er al snel in doorslaan, wat maakt dat je de teugels te stevig vasthoudt en maar weinig vrijheid ervaart in het leven. Nog erger: perfectionisme kan verschillende negatieve gevolgen hebben voor je gezondheid, waar we verderop in dit artikel meer over toelichten.
Verschillende vormen van perfectionisme
Hewitt en Flett hebben in een bekend onderzoek uit 1991 gesteld dat er drie soorten perfectionisme te onderscheiden zijn. In dit artikel gaan we met name in op de eerste en derde soort.
1. Perfectionisme gericht op jezelf (interne druk)
Je stelt onrealistisch hoge standaarden aan jezelf. Je bent kritisch naar jezelf, concentreert je op tekortkomingen en hebt moeite met het accepteren van je eigen fouten.
2. Perfectionisme gericht op anderen
Je stelt onrealistisch hoge standaarden aan anderen. Je wilt dat anderen perfect zijn en beoordeelt het gedrag van anderen op strenge wijze.
Deze vorm van perfectionisme betreft de overtuiging dat je moet voldoen aan de hoge standaarden van anderen. Je hebt het idee dat mensen om je heen onrealistische verwachtingen van jou hebben, je streng beoordelen en druk op je uitoefenen om perfect te zijn. Dit kan daadwerkelijk zo zijn, maar ook vaak dénken we dat dit het geval is, terwijl het in werkelijkheid helemaal niet zo blijkt te zijn.
Perfectionisme in de prestatiemaatschappij
We leven in een prestatiemaatschappij en een markt gedreven samenleving, waarin we steeds maar meer willen en beter willen worden. We willen een goede baan, een groot huis, dure kleding, een mooie auto, een grote vriendengroep en een goed lichaam. Eigenlijk moet alles tiptop in orde zijn. Dit zorgt ervoor dat perfectionisme in opkomst is – met name de laatste vorm in de hierboven genoemde drie soorten: sociaal voorgeschreven perfectionisme.
Perfectionisme komt steeds vaker voor en vaak ook al op jonge leeftijd, bij kinderen. We krijgen immers al op jonge leeftijd opgelegd dat we alles goed moeten doen, waardoor we al snel een hekel krijgen aan fouten maken. Onze omgeving verwacht vaak veel van ons en is niet bang om te oordelen. Ook social media hebben een grote invloed: iedere dag zien we hier weer beelden van mensen die een perfect leven lijken te leiden. Hier willen we zelf ook aan voldoen, want anders zijn we niet interessant genoeg.
Hoe herken je perfectionisme?
Hoe weet je nu of jij last hebt van perfectionisme? Bijna iedereen doet zijn of haar best en werkt hard, en vrijwel niemand vindt het leuk om fouten te maken. Maar maakt dat je direct (te) perfectionistisch?
Het draait met name om je mindset, waaruit blijkt dat je te hoge standaarden aan jezelf stelt. De volgende kenmerken kunnen duiden op perfectionisme:
– Je moet veel van jezelf. Elke dag keihard werken, drie keer per week sporten, wekelijks verschillende vrienden opzoeken. Het moet allemaal gebeuren, en je wilt het liefst geen afspraken missen – ook als je er geen zin in hebt. Aan ontspanning kom je nauwelijks toe, dat heeft geen prioriteit.
– Je vindt jezelf nooit goed genoeg. Hoewel je al zoveel moet van jezelf, is het nooit goed genoeg. Je hebt het gevoel dat het altijd beter kan en je legt de lat steeds hoger, ook als anderen aangeven dat het wel goed genoeg is.
– Je gaat vaak over je grenzen heen. Opgeven is voor jou geen optie, zelfs als je dat eigenlijk liever zou doen. Het maakt dat je vaak over je grenzen heengaat, omdat je geen ‘nee’ durft te verkopen.
– Je piekert regelmatig. Perfectionisten zijn vaak grote twijfelkonten en piekeraars. Zit het wel goed met je relatie, werk, sociale contacten en uiterlijk? Het kan leiden tot besluiteloosheid.
– Je bent vaak op zoek naar bevestiging van anderen. Je hebt veel goedkeuring nodig van bijvoorbeeld je partner, vrienden en collega’s. Pas dan heb je weer wat meer vertrouwen in jezelf, als het al lukt om een compliment aan te nemen.
– Je bent bang voor afwijzing. Je voelt je minderwaardig en bent bang om te worden afgewezen. Negatieve feedback van anderen versterkt dit gevoel.
– Je laat niet alles van jezelf zien. Om potentieel gevaar of een fout te voorkomen, laat je niet alles van jezelf zien. Je houdt de schijn liever op dan dat je zegt hoe je je echt voelt. Ook geef je niet altijd je mening, uit angst om iets geks te zeggen.
– Je wilt geen hulp vragen. Hoewel je hulp soms best goed zou kunnen gebruiken, laat je het liever om ernaar te vragen. Dit voelt namelijk als falen.
Omgaan met fouten maken
Je kunt bij perfectionisme herkennen verder kijken naar de manier waarop je omgaat met fouten. Stel je krijgt een tegenvallende beoordeling, op school of werk. Denk je dan: ‘Erg jammer, maar dat kan een keer gebeuren. Ik ben nog steeds een goed mens.’ Of denk je: ‘Ik heb enorm gefaald en ik ben niet goed genoeg in wat ik doe. Ik ben niet de moeite waard.’ Het tweede antwoord is een perfectionistische denkwijze. Zeker als je dit al denkt bij kleine, niet-kritieke fouten, is hier sprake van.
Je hebt een onrealistisch kritische kijk op jezelf bij perfectionisme. Je rekent het jezelf enorm zwaar aan als je een fout maakt, en je schaamt je diep. Hieruit blijkt ook dat er een link is tussen perfectionisme en faalangst, waarin zelfkritiek en zelftwijfel een grote rol spelen. Er kunnen heftige emoties optreden: je bent boos op jezelf als er iets fout gaat, waarbij je meestal lang teleurgesteld blijft of zelfs helemaal in de put kunt raken. Fouten kun je dus moeilijk loslaten. Verder probeer je falen te voorkomen, door heel hard je best te doen en alles vooraf te calculeren. Dit kan er ook voor zorgen dat je sneller opgeeft of iets gaat vermijden, als er een kans op een fout dreigt te ontstaan.
Negatieve gevolgen van perfectionisme
Perfectionisme kan negatieve gevolgen hebben, met name voor de gezondheid. Door jezelf altijd maar te willen bewijzen, ervaar je stress. Perfectionisme maakt dat je te veel stress of chronische stress ervaart. Dit heeft meer invloed op je lichaam dan je misschien zou denken.
Het kan nog erger worden als je blijft toegeven aan het leiden van een zo perfect mogelijk bestaan met onrealistische eisen. Verschillende lichamelijke klachten worden gekoppeld aan perfectionistische neigingen, waaronder chronische vermoeidheid, chronische hoofdpijn, een verstoorde spijsvertering, nek- en rugklachten en slapeloosheid. Ook veel klinische problemen worden hieraan gekoppeld. Dit zijn onder andere burn-out, depressie, angsten, dwangstoornissen, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en zelfbeschadiging. Hoe erger perfectionisme is, hoe groter de kans op een of meerdere klachten wordt.
Dit vormt de belangrijke reden om perfectionisme te signaleren en aan te pakken. Je kunt de bovenstaande klachten het best voorkomen, of anders snel in actie komen als je last ervaart door perfectionisme.
Hoe kun je perfectionisme loslaten?
Minder perfectionistisch zijn, is de oplossing om af te komen van de druk die je voelt of de klachten die je ervaart. Maar hoe doe je dat? Het is niet eenvoudig, omdat perfectionisme diepgeworteld zit. Toch is het mogelijk! Er zijn verschillende stappen die je kunt zetten, die we hieronder benoemen.
Van perfectionist naar optimalist
Ben je bang dat je niet meer genoeg kunt bereiken door je perfectionistische kant los te laten? Dat hoeft gelukkig niet zo te zijn. Verander van een perfectionist in een optimalist! De optimalist werkt met plezier en passie, streeft naar een goed resultaat en doet zijn of haar best, maar ziet het maken van fouten niet als falen en accepteert dat er iets mis kan gaan. De optimalist durft uitdagingen aan te gaan en leert van fouten. Dat is een gezonder uitgangspunt dan dat van de perfectionist.
Realiseer je dat doorslaan in perfectionisme niet goed is
Als je je er bewust van bent dat perfectionisme niet goed is, kan het lukken om minder perfectionistisch te zijn. Indien je te veel verantwoordelijkheid voelt en te hoge verwachtingen stelt, laat je je perfectionistische kant te vaak spreken. Je kan jezelf dan helpen door realistischer te zijn. Realiseer dat je jezelf voorbij rent, je je eigen grenzen negeert, je te kritisch bent en onrealistische doelen stelt. Leer jezelf om in te zien dat perfectionisme ook zelfvernietigend kan zijn. Zo klinkt het ineens helemaal niet meer zo aantrekkelijk meer om perfectionistisch te zijn.
Liever en zachter zijn voor jezelf
Nu je je realiseert dat perfectionisme niet goed is, kun je je focussen op liever en zachter zijn voor jezelf. Je hoeft de lat niet steeds maar hoger te leggen. Rem liever af als je ergens geen zin in hebt of als je lichaam een grens aangeeft. Draaf niet steeds door, maar pak vaker momenten van rust.
Liever zijn voor jezelf uit zich niet alleen in acties, maar ook in gedachten. Denk positiever over jezelf. Vertel jezelf dat je er mag zijn, dat je jezelf accepteert, dat je goed je best doet en dat dat voldoende is. Kijk naar je kwaliteiten en niet naar je minpunten. Zo zet je jezelf weer op de eerste plaats, in plaats van perfectionisme en onhaalbare standaarden. Je gaat weer van jezelf houden en je zelfvertrouwen neemt toe. Jij bent het waard!
Imperfectie leren omarmen: fouten maken mag!
We maken allemaal fouten. Dat is menselijk. Een belangrijke stap in het proces om minder perfectionistisch te worden, is het leren omarmen van imperfecties. Je mag gewoon fouten maken, daar hoef je niet bang voor te zijn. Sterker nog, hier kun je zelfs veel van leren. Zo word je door het maken van fouten uiteindelijk alleen maar beter in wat je doet, zowel persoonlijk als professioneel gezien. Je kunt dus juist groeien door minder perfectionistisch te zijn – iets wat je in eerste instantie misschien niet had verwacht! Neem het jezelf niet kwalijk als je fouten maakt, maar vertel jezelf dat fouten er mogen zijn én dat jij er mag zijn.
Zeg dit tegen jezelf, maar ook bijvoorbeeld als ouder tegen je kind. Laat blijken dat je trots bent op de moeite die je kind ergens in heeft gestoken, ook als het niet heeft uitgepakt zoals de verwachting was.
Luister naar wat jíj belangrijk vindt
We zijn gevoelig voor de verwachtingen van anderen, of de verwachtingen waarvan we dénken dat anderen ze van ons hebben. Laat dit los, zodat je minder druk gaat ervaren en de regie over je leven terugkrijgt. Ga na wat er echt belangrijk is voor jou. Luister naar je gevoel en intuïtie: laat je hart spreken! Zo kom je meer in de buurt van wat je wilt, in plaats van wat je moet. Als jij minder wilt gaan werken, je huis minder vaak wilt poetsen, maar eens in de drie jaar op vakantie wilt gaan of in een kleinere woning wilt gaan wonen, is dat helemaal goed. Probeer dit los te koppelen van verwachtingen van anderen. Dit is immers jouw leven: jij hebt de touwtjes in handen.
Durf om hulp te vragen
Hoe moeilijk het in eerste instantie ook voor je is, durf om hulp te vragen. Of het nu van een familielid, vriend of collega is. Je hoeft niet altijd maar alles zelf op te lossen.
Begeleiding van een psycholoog
Lukt het je niet om perfectionisme te verminderen en blijf je druk of klachten ervaren? Dan kan een psycholoog je helpen. Bij psychologie praktijk BrainNetwork helpen we je hier graag bij. Cognitieve gedragstherapie (CGT) kan effectief zijn, waarbij je meer inzicht krijgt in je gedrag, denkpatronen en gevoelens. Met Acceptance and Commitment Therapy (ACT) kunnen we je helpen om je persoonlijke veerkracht te ontwikkelen, en zo bereidheid te creëren om perfectionisme aan te pakken. Neem vrijblijvend contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken. Altijd staat een persoonlijke en geïntegreerde aanpak centraal in onze praktijk.
Je leert tijdens een behandeling bij perfectionisme om minder resultaatgericht te zijn, minder de controle te willen behouden, meer fouten te durven maken en de fouten los te durven laten. Sterke emoties bij het maken van fouten nemen af. Je leert om meer afstand te nemen en te zien dat imperfecties niet problematisch zijn. Dit helpt je om zaken vanuit een ander, realistischer perspectief te bekijken, om uiteindelijk de lat te verlagen, minder kritisch naar jezelf te zijn en jezelf meer te waarderen.
Je komt hiermee dichter tot jezelf! Wat wil jíj maken van je leven, wat is voor jou belangrijk? Hier krijg je een duidelijker inzicht in. Door dit helder te hebben en hieraan te werken, zet je perfectionisme om in gezonde inspanning – en voorkom je dat je (opnieuw) doorslaat in perfectionisme.
Misschien heb je er wel wat van meegekregen: de lange wachttijden bij de geestelijke gezondheidszorg. Veel meer mensen kiezen er tegenwoordig voor om psychologische hulp te zoeken. Wellicht is het aantal mensen met psychische klachten toegenomen, maar misschien komt het ook omdat we meer bewust zijn van onze mentale gesteldheid en de invloed die dat heeft op ons dagelijks functioneren.
Openheid over psychische klachten
Het ministerie van volksgezondheid houdt zich ook bezig met het verminderen van het taboe op psychische klachten. Misschien heb je de campagne ‘Hey, het is oké’ wel gehoord. Deze campagne staat voor meer openheid over psychische klachten. In opdracht van het ministerie van volksgezondheid is er ook een onderzoek uitgevoerd naar het taboe wat betreft psychische klachten. Driekwart van de Nederlanders vindt praten over psychische klachten of aandoeningen normaal. Ook is er een overwegend positieve houding ten opzichte van mensen met klachten of aandoeningen. Bijna niemand vindt dat deze mensen zich aanstellen. Bij 12 procent van de Nederlanders veranderde hun beeld van mensen met klachten of aandoeningen het afgelopen jaar. Deze verandering is vrijwel altijd positief: zij hebben meer begrip gekregen, onder andere door eigen ervaringen, ervaringen in de omgeving of de corona crisis. Het blijkt nog wel dat mensen zichzelf ervaren als erg open over dit onderwerp, maar van de omgeving verwacht dit niet te zijn. Dit weerhoud mensen er dan toch van om over psychische problemen te praten. Je hoeft echter ook niet altijd met je omgeving over je problemen te praten. Sommige dingen bespreek je misschien liever niet zomaar met iedereen. Je kunt daarvoor ook de hulp inschakelen van een psycholoog.
Waarom een psycholoog?
Er zijn veel verschillende redenen waarom mensen hulp zoeken bij een psycholoog. Maar wanneer moet je er zelf aan gaan denken om hulp te zoeken? Het antwoord is vrij simpel: wanneer je denkt dat je hulp nodig hebt. Dit is bij ieder persoon verschillend. Het leven loopt nou eenmaal niet altijd soepel. Misschien heb je in een korte tijd veel veranderingen of gebeurtenissen doorgemaakt, en levert dit je stress op. Of je zit een poosje in een dipje en weet niet zo goed hoe je hieruit moet raken. Het kan ook zijn dat je bepaalde dingen in leven wilt veranderen, maar niet precies weet hoe. Al deze dingen (en nog veel meer) kunnen een reden zijn om op zoek te gaan naar een psycholoog. Probeer er eens op deze manier te kijken: wanneer je je been breekt, is het niet meer dan normaal om naar een dokter te gaan (het is zelfs idioot om het niet te doen). Maar wanneer je geestelijk opbreekt, is het dan ook niet meer dan normaal om daar de juiste ‘dokter’ voor te zoeken? Eigenlijk bij alles wat er geestelijk aan de hand is, wat je niet alleen kunt of wilt oplossen, kun je een psycholoog inschakelen.
Bij BrainNetwork zien wij verschillende mensen die allemaal een andere hulpvraag hebben.
Wat kan een psycholoog voor jou doen?
Wanneer je bijvoorbeeld problemen ervaart in je dagelijks functioneren door psychische klachten, kun je ervoor kiezen de hulp van een psycholoog in te schakelen. Wij psychologen zijn altijd gericht op jouw wensen en voorkeuren. Daarom luisteren we altijd naar jouw hulpvraag. Samen maken we een plan voor behandeling, waar we ook doelen opstellen. Er wordt ook een behandelmethode gekozen die het beste past bij jouw klachten. Hieronder voorbeelden van behandelmethoden die wij bij BrainNetwork kunnen inzetten.
Ja. Je kunt zomaar bij een psycholoog terecht. Echter voor een vergoeding vanuit de verzekering heb je een verwijsbrief van de huisarts nodig. Check altijd eerst even of je behandeling geheel of gedeeltelijk vergoed wordt door jouw zorgverzekering. Maar: wanneer de behandeling valt onder ‘complementaire’ of ‘alternatieve’ zorg, zit het sowieso niet standaard in je basispakket en heb je ook geen verwijsbrief nodig. Wel kun je dan een vergoeding aanvragen door de facturen door te sturen naar je zorgverzekering, mits dit in je pakket zit.
Wil je graag meer weten of advies over je klachten? Neem gerust contact op met ons team in Zeist en Soest.
Wellicht heb je er al eens van gehoord: de polyvagaaltheorie. Deze theorie gaat ervan uit dat ons zenuwstelsel meerdere verdedigingsstrategieën hanteert wanneer we stress ervaren. Denk aan vechten, vluchten of bevriezen. We kiezen de reactie bij stress onvrijwillig: deze wordt onbewust aangestuurd door het zenuwstelsel – en verschilt per persoon. Het doorgronden van de respons die bij jou optreedt, kan helpen om problemen aan te pakken. We lichten je er graag meer over toe in dit artikel.
Voordat we verder in gaan op de polyvagaaltheorie eerste een korte introductie over onze zenuwstelsel. In ons lichaam zijn er allerlei systemen in werking, een belangrijk systeem is ons zenuwstelsel. Ons zenuwstelsel vormt een ingenieus netwerk van zenuwcellen dat met elkaar verbonden is. Het zenuwstelsel heeft daarbij een belangrijke werking binnen ons lichaam. In het kort zou je het kunnen zien als een netwerk waarbij informatie van de hersenen naar verschillende delen van het lichaam wordt gestuurd, en andersom. Zo lukt het ons om de zintuigen te gebruiken of om de spieren aan te sturen.
We maken daarbij onderscheid tussen het animale zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel staat in verbinding met je gedachten en vrije wil. Je kunt bijvoorbeeld ja-knikken wanneer je dat wilt: dit stuur je zelf aan. Anderzijds is er het autonome zenuwstelsel, dat automatisch functioneert. Het regelt de zaken in je lichaam waarover je niet hoeft na te denken, zoals je spijsvertering en het kloppen van je hart. Deze systemen worden ook geactiveerd wanner je stress ervaart en bepalen voor een bepaalde mate hoe je reageert op bepaalde situaties.
Polyvagaaltheorie: ‘de wetenschap van veiligheid’
Ons autonome zenuwstelsel treedt ook in werking bij stressprikkels: het herkent gevaar en zoekt een passende omgangsvorm. De polyvagaaltheorie, waarbij ‘poly’ staat voor ‘meer’, gaat ervan uit dat ons zenuwstelsel verschillende verdedigingsstrategieën hanteert wanneer we stress ervaren.Deze theorie is ontwikkeld door Stephen W. Porges. Het wordt ook wel ‘de wetenschap van veiligheid’ genoemd, waarmee we een verklaring hebben voor de werking van het autonome zenuwstelsel bij stress, trauma of angst (onveilig voelen).
De werking van ons systeem bij veiligheid of onveiligheid
We kennen allemaal de zogenoemde vecht-of-vluchtreactie (fight or flight), evenals de bevriezing (freeze). Volgens de polyvagaaltheorie kiezen we niet vrijwillig voor één van de twee reacties bij de dreiging van gevaar, maar wordt deze systematisch bepaald door ons zenuwstelsel. Kortom: het zenuwstelsel kiest wat er op een bepaald moment het best is om onze veiligheid te waarborgen.
Er zijn volgens de polyvagaaltheorie drie systemen waar we naar kunnen handelen, die werken als een hiërarchische ladder. Eén systeem betreft een veilige situatie, twee systemen betreffen een onveilige situatie. Werkt het bovenste systeem niet? Dan ga je een traptrede omlaag. Werk het middelste systeem ook niet? Dan zak je nog een trede. Is het gevaar voorbij? Dan kun je weer een trede omhoog.
Deze systemen bevinden zich binnen ons zenuwstelsel op verschillende plekken in het lichaam en werken ieder op een eigen manier. Hieronder vind je de benamingen van de drie systemen, waarna we verder ingaan op de precieze werking.
Ventrale vagale systeem: Treedt op als we ons veilig voelen, Social Engagement System. Dit maakt dat je sociaal kunt zijn, kunt verbinden en creatief kunt zijn
Sympathisch systeem: Treedt op als we ons (enigszins) onveilig voelen. Het is het systeem dat de meer primitieve vecht-of-vlucht responsen activeert.
Dorsale vagale systeem: Treedt op als we ons (sterk) onveilig voelen en kan leiden tot een bevries reactie
1) Bovenste systeem: Ventrale vagale systeem
Binnen de ordening van systemen volgens de polyvagaaltheorie, wordt het bovenste systeem geregeld door de ventrale nervus vagus. De ventrale nervus vagus is onderdeel van het parasympatische zenuwstelsel (aansturing van tot rust komen, maar ook bevriezing), en loopt van het hart en de borst naar het gezicht en de kaken. Deze gezicht-hartverbinding zorgt voor de mogelijkheid tot betrokkenheid. Dit is binnen ons zenuwstelsel een relatief nieuw ontwikkeld systeem, dat niet altijd heeft bestaan in ons lichaam.
Middels dit systeem, ook wel het Social Engagement System genoemd, kun je verbinding aangaan. Je gaat de connectie aan met anderen of met jezelf. Het lukt je om zaken op te lossen of om hulp te vragen. Dit is mogelijk als je je veilig voelt en er geen gevaar of stress aanwezig is.
Onze aandacht is in het bovenste systeem dus gericht op verbinding. Dit organiseren we middels co-regulatie: noodzakelijk in ons leven voor troost, geruststelling en veiligheid. Co-regulatie vindt met name plaats tussen baby’s en jonge kinderen met hun ouders: het zenuwstelselsysteem is nog niet (voldoende) ontwikkeld, en kleine kinderen kunnen zichzelf niet reguleren. Een kind leert zelfregulatie via de ouder. Co-regulatie vindt ook plaats bij volwassenen: in positieve relaties met je partner, familieleden, vrienden of collega’s. Een luisterend oor, iemand die je goed aankijkt of een arm om de schouder kan veel goeds teweegbrengen.
2) Middelste systeem: Sympathisch systeem
Het middelste systeem wordt geregeld door activatie van het sympathische zenuwstelsel (aansturing van actie, in beweging komen). Zodra er een stressvolle situatie ontstaat (wat bij iedere persoon door iets anders kan worden getriggerd!), komen onder andere adrenaline en cortisol vrij in je lichaam. Je hartslag neemt toe en je bloeddruk verhoogt. Het sympathische zenuwstelsel stelt ons in staat om actie te ondernemen: dit is het gaspedaal van je lichaam.
Soms is deze staat wenselijk. Het maakt bijvoorbeeld dat we kunnen rennen om snel een trein te halen. Echter kan deze staat ook optreden wanneer er een stressprikkel ontstaat op een moment dat dit voor jou niet wenselijk is. Bijvoorbeeld als je je tijdens je vrije dag druk maakt over problemen op je werk.
Je wordt alert en voelt meer energie: je lichaam maakt zich klaar om te vechten of vluchten bij stress. In de moderne samenleving hoeven we meestal niet daadwerkelijk te vechten of vluchten, maar wel uiten we een gedragsverandering: we komen gestrest, geagiteerd of gehaast over.
3) Onderste systeem: Dorsale vagale systeem
Tot slot is er de onderste trede, die wordt geregeld door de dorsale nervus vagus. De dorsale nervus vagus is (net als de ventrale nervus vagus, het bovenste systeem) onderdeel van het parasympatische zenuwstelsel, en bevindt zich met name wat dieper in je lichaam, in de buik. Dit is binnen ons zenuwstelsel het oudste systeem, dat al in de oertijd heeft bestaan in ons lichaam. Het regelt tevens het rusten en verteren van voedsel, evenals de bevriezingsreactie.
Het bewustzijn wordt uitgeschakeld in het onderste systeem, het lichaam spaart energie en het beschermt je tegen lichamelijke en psychische pijn. Het wordt gezien als een bewustzijnsverlagingsstrategie of overlevingsstrategie om te doen alsof je dood bent: het lichaam trapt volledig op de rem. Denk maar aan een gevangen muis die voor dood speelt in de bek van een kat. De muis is niet dood, maar zijn zenuwstelsel zet deze reactie in werking om de overlevingskans te vergroten.
Je komt in dit onderste systeem terecht wanneer het middelste systeem niet voldoende effectief is volgens het zenuwstelsel. Dit gebeurt bij dreigende situaties, bijvoorbeeld wanneer je getuige bent van een ongeval. Bij trauma zie je dit als iemand dissocieert. Maar ook bij minder levensbedreigende situaties treedt dit systeem op: wanneer je een presentatie moet geven en plotseling alles bent vergeten, of wanneer je onverwachts voor het blok wordt gezet. Je bevriest.
Polyvagaaltheorie: schuiven tussen de systemen door het zenuwstelsel
Nu je de drie systemen kent, is het naar de polyvagaaltheorie belangrijk om te benadrukken dat je stapsgewijs schuift tussen deze systemen. Stel dat je plotseling door collega’s voor het blok wordt gezet en bevriest: dat is het onderste systeem. Vervolgens schuif je naar het middelste systeem: je zit vol adrenaline, je bent boos op je collega’s en neemt het ze kwalijk. Wellicht uit je je irritatie. Pas daarna kun je weer terechtkomen in het bovenste systeem: je voelt je weer sociaal en veilig – al kan dat wellicht even duren.
Systeem twee en drie: sociale verbinding is moeilijk
Sociale verbinding is belangrijk voor de mens. We hebben het nodig om ons veilig te voelen en om stabiliteit te ervaren. Veiligheid en betrokkenheid zijn essentieel voor gezondheid, groei en herstel.
In het eerste systeem (ventrale vagale systeem) lukt het om sociale verbinding plaats te laten vinden. In het tweede en derde systeem (sympathisch systeem en dorsale vagale systeem) zijn we die verbinding echter kwijt, omdat het risico om verbinding aan te gaan te groot is. Het is moeilijk om contact te zoeken of om hulp te vragen, en de mensen om je heen komen bedreigend op je over. Daarom is het nadelig om je (vaak) in de onderste twee systemen te bevinden. Je mist de sociale verbinding, terwijl deze juist zo essentieel is in ons leven.
Reactie op stress of trauma: per persoon verschillend
In de polyvagaaltheorie wordt benadrukt dat de reactie op stress of trauma per persoon verschillend is. Allereerst verschilt de inhoud van een trauma of stressvolle situatie voor iedereen. Waar de één na een ongemakkelijke ontmoeting met een nieuwe kennis voortaan vreest voor het leren kennen van nieuwe mensen, denkt de ander daar nooit meer over na.
Verder kies je onvrijwillig voor een bepaalde reactie binnen de systemen die we hierboven beschreven: het zenuwstelsel bepaalt dit voor jou. Je kiest dus niet bewust voor een mobiliserende vecht-of-vluchtreactie of juist een immobiliserende bevriesreactie bij stress of onveiligheid. Hier heb je zelfs geen invloed op. Nog voordat je bewust kunt redeneren over een bepaalde reactie, heeft je zenuwstelsel al gehandeld door een inschatting te maken van het mogelijke gevaar. Bij sommige mensen creëert een trigger vanuit de omgeving een vecht-of-vluchtreactie, maar andere mensen bevriezen door diezelfde trigger.
Vanuit welk systeem je zenuwstelsel reguleert bij bepaalde situaties, wordt gedurende ons leven ingericht. Soms al op jonge leeftijd. Door vroegkinderlijk trauma of een gebrek aan co-regulatie (iets aangedaan of verwaarlozing) schiet iemand gedurende de rest van het leven snel in systeem twee of drie: de houding om te vechten of vluchten, of te bevriezen. Ook trauma of langdurige stress op latere leeftijd heeft een negatieve invloed: het zenuwstelsel staat alerter afgesteld, en schiet sneller in systeem twee of drie. Gevaar wordt bij triggers sneller (soms te snel) gedetecteerd en overlevingsresponsen worden sneller (soms te snel) geactiveerd.
In het dagelijks leven: hevigere reacties op stress dan nodig
Trauma, langdurige stress of een gebrek aan co-regulatie maakt dus dat ons lichaam sneller overschakelt naar een systeem voor een onveilige situatie. Echter kan dit ook optreden zonder zoiets te hebben meegemaakt. Ons lichaam reageert op stress: dit is een oeroud systeem. Maar waar er in de oertijd nog reële gevaren waren waartegen we echt moesten vechten, vluchten of bevriezen, is dat in de moderne samenleving nog maar nauwelijks het geval. Toch handelt ons zenuwstelsel nog altijd snel en heftig op stressvolle situaties – ook als deze niet levensbedreigend zijn. Dit gebeurt nu eenmaal onvrijwillig en onbewust: zo’n grote invloed oefent het zenuwstelsel uit op jouw gevoelens en gedrag.
Die intense lichamelijke reactie vanuit het zenuwstelsel kan erg vervelend zijn in het dagelijks leven. Zo kan de vecht-of-vluchtreactie al optreden als je een mailtje krijgt van je baas of als je partner iets onaardigs zegt. Er is geen wezenlijk gevaar, maar je lichaam reageert wel op deze manier. Dit maakt het vervolgens weer moeilijk om sociale verbinding aan te gaan, wat je somber kan maken.
Polyvagaaltheorie: visie bij behandeling door een psycholoog
Ben je benieuwd welke rol de polyvagaaltheorie kan spelen in een behandeling door de psycholoog? Bij verschillende klachten kan de visie van deze theorie een rol spelen, waaronder stress of burn-out, angst, trauma en depressie. Maar ook wanneer je niet goed in je vel zit of het idee hebt dat je vastloopt in het leven. Bij psychologenpraktijk BrainNetwork werken we bij bepaalde klachten vanuit de visie van de polyvagaaltheorie.
Het hanteren van deze visie werkt op verschillende manieren. Zo wordt in de polyvagaaltheorie vooropgesteld dat een gevoel van veiligheid cruciaal is voor genezingsprocessen, evenals het leiden van een prettig en gezond leven. Co-regulatie en verbinding spelen hierin een hoofdrol. Het ontbreken van dit veiligheidsgevoel, en daarbij een gebrek aan het verkeren in het bovenste systeem (ventrale vagale systeem), kan leiden tot psychische aandoeningen en lichamelijke ziekten.
Hier wordt door de polyvagaaltheorie gehoor aan gegeven: de behoefte aan een veiligheidsgevoel wordt in acht genomen, zoals ook door de psychologen bij BrainNetwork wordt gedaan in de behandeling. We kunnen je helpen om op de juiste manier op zoek te gaan naar een gevoel van veiligheid. Zo kunnen we aan de slag gaan met het leren van co-reguleren, mocht dit bij jou niet goed zijn ontwikkeld in je jonge jaren. Binnen de veilige therapeutische relatie kun je hierin groeien. Tevens vinden we het belangrijk om in onze praktijkruimte een veilige omgeving te creëren.
Verder biedt de polyvagaaltheorie een verklaring voor de werking van ons autonome zenuwstelsel bij stress of burn-out, angst, trauma en depressie. Deze inzichten kunnen worden toegepast tijdens een behandeling. Zo kunnen we onderzoeken welke responspatronen er bij jou optreden, en op welk moment. De patronen kunnen bijvoorbeeld optreden bij ervaringen van niet-vertrouwen of triggers voor traumatische gebeurtenissen in het verleden. Het herkennen van de patronen in het verloop van de drie systemen geeft belangrijke inzichten over jezelf, wat jouw triggers zijn en de manier waarop je met triggers omgaat.
Opdrachten en oefeningen in de behandeling
Met oefeningen en opdrachten lukt het je stukje bij beetje om de patronen die optreden te veranderen: we creëren nieuwe patronen van veiligheid en verbinding, die het gevoel van onveiligheid vervangen. Hier ligt de focus juist op het invullen wat jou weer in het positieve, veilige systeem brengt. Dit lukt bijvoorbeeld door zelfregulatie: rustig en vanuit de buik ademhalen of meditatie. Maar ook biofeedback en neurofeedback kunnen hier goed bij helpen. Ook co-regulatie binnen voedende relaties werkt, zoals (leren om te durven vragen naar) een goed gesprek of een knuffel van een dierbare. Wat het best werkt, ligt voor iedereen weer anders – en kunnen we achterhalen.
Het wordt tijdens en na de behandeling steeds makkelijker om in verschillende situaties terug te schakelen naar het bovenste, veilige systeem. Je gevoel van continue alertheid neemt af en je kunt weer tot rust komen (afstappen van systeem twee); of je komt juist weer in een flow terecht en hebt niet langer het idee dat je stilstaat (afstappen van systeem drie). Dit maakt dat je je leven op een betere manier kunt inrichten, en dat je je socialer, creatiever, vrijer, optimistischer en veerkrachtiger voelt.
Meer over de Polyvagaaltheorie
In onderstaande animatiefilmpje van Mindmadeeasy wordt in 6 minuten uitgelegd hoe de Polyvagaal Theorie in elkaar steekt.
Heb je vragen over de polyvagaaltheorie of wil je weten hoe we dit toepassen in onze behandelingen? Neem direct contact op of lees in onze psychologie blog meer over onze behandelingen:
Veel mensen ervaren tegenwoordig stress. Soms is stress kortdurend en mild, maar steeds vaker lopen mensen vast door chronische stress. Dit kan… Lees meer: Coaching bij Stressklachten
In onze samenleving worden steeds meer mensen geconfronteerd met overprikkeling. Dit verschijnsel kan voorkomen bij verschillende aandoeningen en situaties, zoals o.a. bij… Lees meer: Overprikkeling: Een klacht met grote gevolgen
Complex trauma verwijst naar langdurige en herhaalde traumatische ervaringen, meestal van interpersoonlijke aard, die plaatsvinden in de vroege stadia van de ontwikkeling.… Lees meer: Wat is complex trauma?
Sinds het begin van de pandemie, die inmiddels al zo ongeveer 2 jaar geleden begonnen is, zijn er strenge maatregelen getroffen, maar ook versoepeld, en andersom. Een groep die echter getroffen blijft door maatregelen zijn de studenten. Voor het grootste deel van deze twee jaar zijn de hogescholen en universiteiten gesloten. Bij studenten ligt het risico op problemen met geestelijke gezondheid al erg hoog, maar nu nog hoger. Wat zijn de dingen waar studenten vooral tegenaan lopen sinds de pandemie? En wat kun je zelf doen om het hoofd boven water te houden? Ik, Wieteke Veenstra (werkend bij psychologenpraktijk BrainNetwork als office assistent, maar ook full-time student) probeer in dit blog inzicht te geven in deze punten.
Als gevolg van het sluiten van hogescholen en universiteiten, zijn studenten op hogescholen en universiteiten nu aardig aangepast aan het online-onderwijs. Dit wordt vaak gevolgd vanuit de eigen slaapkamer. Het lange thuiszitten met als gevolg weinig daglicht en minder sociaal contact, kan een grote impact hebben op fysiek en sociaal welbevinden. Jongeren zijn door dat gevoel van eenzaamheid sneller geneigd zich te wenden tot sociale media, al versterken die vaak juist de problemen (Nagata et al., 2020).
Maar waarom is het van belang dat specifiek studenten onder de aandacht worden gebracht? Studenten zijn namelijk überhaupt al meer kwetsbaar voor het ontwikkelen van geestelijke gezondheidsproblemen. In de leeftijdscategorie van 18 t/m 25 jaar ervaart 11% (iets meer dan 1 op de 10 jongeren dus) geestelijke gezondheidsproblemen. In verhouding ervaren jongvolwassenen ook meer depressieve klachten in vergelijking met andere leeftijdsgroepen (Schoemaker et al., 2019). Daarnaast laat onderzoek zien dat 25% van ondervraagde studenten burn-outklachten heeft, welke zich uiten in emotionele uitputting. Prestatiedruk bij studenten is hierin een belangrijke factor (Schaufeli & Dierendonck, 2000).
Mijn eigen ervaring
Concentratieproblemen
Zelf ervaar ik vooral veel concentratieproblemen. Het was met name op het begin erg lastig om de switch te maken van je slaapkamer en ontspanningsplek, naar voornamelijk je werkplek. Ik vond het daarom vaak ook lastig om ‘s avonds in slaap te komen, omdat mijn slaapkamer in verband stond met werken, en niet met ontspannen. Meer studenten ervaren dit probleem, waardoor de studieplekken op school en in bibliotheken al snel vol zitten.
Nieuws en media
Ook merkte ik dat ik een overprikkeld raakte door de informatie op het nieuws; Ik raakte sneller geïrriteerd en emotioneel. Elke dag zag ik artikelen met het aantal doden en de vele mensen op de Intensive Care. Er was geen ontkomen aan. De nieuwsplatforms maakten mij ook erg neerslachtig. Met name artikelen die voorspellingen deden over het ontwikkelen van corona zorgden ervoor dat ik mijn hoop op een goede uitkomst verloor.
Sociale angst
Nog iets wat ik anders ervaar dan ik voor corona deed, is dat ik meer sociale angst heb bij de simpelste dingen. Wanneer je mensen ontmoet weet je gewoonweg niet hoe je je moet gedragen: hou je 1,5 meter afstand? Of geef je iemand een hand? Knuffel je die ene vriendin die je al lang niet hebt gezien? Of toch niet? Iedereen lijkt andere regels te hanteren: er is geen duidelijke sociale norm. Wanneer jouw ideeën verschillen van die van een ander voel jij of de ander zich misschien slecht beoordeeld, of gekwetst. Al die onzekerheid heeft voor mij geleid tot meer angst bij sociale situaties
Fear Of Missing Out (FOMO)
Wat bij mij nog het meest aanwezig was, was Fear Of Missing Out (FOMO). Ik had altijd een heel beeld in mijn hoofd over hoe mijn studententijd zou zijn: feesten, misschien op kamers, vrienden maken, hoorcolleges in grote zalen en eindelijk kunnen leren over de dingen die je écht interessant vind. Hier heb ik 6 maanden van kunnen proeven, en in juli studeer ik af van mijn bachelor psychologie. De echte studenten tijd die altijd wordt omschreven als ‘de beste jaren van je leven’ hebben ik (en daarmee veel anderen) dus gemist. Dit veranderde ook mijn motivatie voor en het plezier in mijn studie. Het voelde alsof ik een paar jaar van mijn leven had verspild.
Anderen Ik merk dat de dingen waar verschillende studenten tegenaan lopen in deze tijd heel erg met elkaar overeenkomen. Mensen om mij heen noemen bijvoorbeeld ook het gevoel van verloren tijd, omdat we in deze tijd ons zouden moeten ontwikkelen op veel gebieden. Maar daarnaast vertellen zij ook nog dat schoolactiviteiten (bijvoorbeeld bij meer praktijkgerichte studies) niet doorgaan. Daarbij zeggen zij ook minder sociaal contact te hebben door het verdwijnen van contact met klasgenootjes. Iets waar vrijwel iedereen slecht over te spreken is, is het online onderwijs an sich. De lessen zijn saai en het is moeilijk de aandacht erbij te houden. Soms leidt dit gebrek aan concentratie ook tot studievertraging. Studenten raken ook vermoeid. Buiten de studie heb je in de weekenden ontspanning nodig, wat vaak wordt gehaald uit uitstapjes (dagje winkelen, lunchen, uitgaan etc.). Dit type ontspanning is nu niet meer (of minder) mogelijk. De stress bouwt alleen maar verder op.
Wat heeft mij geholpen?
Informatiestroom verminderen
Het allereerste wat ik heb gedaan toen ik mij slechter ging voelen door alle corona-maatregelen, is de nieuws-apps op mijn telefoon verwijderen. Ook ontvolgde ik alle nieuws platforms op social media. De stroom aan negatieve informatie stopte en ik had meer rust in mijn hoofd. Het lukte mij makkelijker om negatieve gedachten tegen te spreken en de nare gevoelens om te zetten in meer positieve gevoelens. Sowieso zou ik aanraden om je social media in te perken tot berichten die je positieve gevoelens laten ervaren, en weg te blijven van platforms die angst zaaien of onzekerheid in je oproepen.
Mindset
Ik merkte naar loop van tijd eigenlijk dat het allemaal een kwestie van mindset was. Ik leerde mijn plekje te vinden in een wereld die veranderd was en stelde nieuwe doelen voor mezelf. Ik heb bijvoorbeeld in het begin het doel gesteld om meer te wandelen, waarbij ik ook meer in de natuur was. Later focuste ik meer op doelen qua fitness en ik leerde om nieuwe, gezonde dingen te koken. Mindfulness is ook iets wat ik veel om mij heen hoor en ik zelf ook probeer toe te passen in de dagelijkse dingen. Dit kan bijvoorbeeld meditatie zijn, of alleen al ademhalingsoefeningen, of bijvoorbeeld een boek lezen over mindfulness. Mindfulness heeft mij vooral geholpen bij het omzetten van mijn mindset en geleerd hoe ik meer dankbaar kan zijn voor de kleine dingen.
Ritme
Ook helpt het om in deze chaotische tijd zelf je eigen ritme te vinden. Waar normaal school of werk je ritme gaf, is dat nu misschien weggevallen. Af en toe een weekplanning maken helpt mij om overzicht te houden, of bijvoorbeeld een regelmatig slaapritme voor jezelf aanhouden. Ik probeer bijvoorbeeld ‘s ochtends vaste sportmomenten in te plannen, waarmee ik mijn dag begin, of om een vaste tijd te beginnen met studeren.
Studeren Dan het concentratieprobleem, al is die niet volledig op te lossen. Waar mogelijk probeer ik te studeren op een andere plek dan mijn slaapkamer, bijvoorbeeld een keer op school of in een koffietentje. Verder proberen wij thuis goed met elkaar te communiceren. Wij overleggen bijvoorbeeld wie wanneer een online meeting heeft, of wanneer je even extra concentratie nodig hebt. Op deze manier proberen wij thuis zoveel mogelijk rekening met elkaar te houden. Dit stukje communicatie is ook iets wat je kan helpen bij het eerder genoemde probleem van sociale angst. Probeer mensen bijvoorbeeld gewoon te vragen : mag ik jou een hand geven? Of geef het gewoon aan wanneer je dit liever niet doet.
Slot Al met al zijn de studenten een groep die meer kwetsbaar is voor het ontwikkelen van problemen met geestelijke gezondheid. Door de corona maatregelen van de afgelopen twee jaar zijn de risico’s nog meer gestegen. Helaas hebben we geen invloed op de buitenwereld, maar waar mogelijk kunnen we wel denken in oplossingen voor de dingen waar we tegenaan lopen. In deze blog heb ik verschillende dingen genoemd die mij hebben geholpen om deze lastige tijd om te zetten in iets beters. Misschien heb jij er als lezer zelf iets aan, of kun je iemand in je omgeving op ideeën brengen. Hoe dan ook wil ik deze boodschap meegeven: focus niet op de dingen waar je allemaal geen invloed op hebt, maar kijk eens naar alles wat je wél kunt doen.
Literatuur:
Nagata J.M., Abdel Magid H.S., Gabriel K.P. Screen time for children and adolescents during the COVID-19 pandemic. Obesity (Silver Spring) 2020;28:1582–1583.
Schaufeli W & Dierendonck D van (1981, 2000). Utrechtse burn-out schaal: handleiding. Amsterdam: Pearson Assessment and Information BV.)
Schoemaker, C., Kleinjan, M., Van der Borg, W., Busch, M., Muntinga, M., Nuijen, J., & Dedding, C. (2019). Mentale gezondheid van jongeren: enkele cijfers en ervaringen.
Thakur, A. (2020). Mental health in high school students at the time of COVID-19: A student’s perspective. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 59(12), 1309.
Dat stress ongezond kan zijn weten we eigenlijk wel. Vooral wanneer stress chronische is, je langdurig stress ervaart kan dit grote gevolgen hebben voor je functioneren en hoe je je voelt. Een moeilijke situatie op je werk, ruzie in de familie, problemen thuis, vermoeidheid of zorgen over je financiële situatie: er kunnen allerlei redenen aan stress ten grondslag liggen. Stress heeft meer invloed op het lichaam dan de meeste mensen denken.
Chronische stress kan leiden tot een verscheidenheid aan fysieke symptomen, waaronder vermoeidheid, hoofdpijn, hartkloppingen, spierpijn, maag- en darmklachten en een verhoogde bloeddruk. Naast deze fysieke symptomen kan chronische stress ook gevolgen hebben voor je prestaties, je motivatie om ongezonde gewoonten tegen te gaan en het verlies van interesse in activiteiten die je normaal leuk vindt. Als je langdurig onder veel stress staat kan dit daarmee zelfs leiden tot psychische klachten zoals depressie en angst.
De verschillende klachten die het gevolg van stress kunnen zijn, worden in de onderstaande info-graphic weergegeven.
Wat kan je doen om stress klachten te verminderen
Gelukkig zijn er veel manieren waarop je stress kunt verminderen of voorkomen. Er is veel wat je zelf kan zoals bijvoorbeeld sporten of activiteiten ondernemen die je aandacht verleggen. Door sporten produceer je endorfines, die het lichaam kalmeren en stress verminderen. Ook is het belangrijk om voldoende en goede slaap te krijgen. Een goede nachtrust heeft veel invloed op de herstelprocessen in je lichaam en vermindert daarmee de kans op overbelasting van je systeem.
Verder is het ook belangrijk om gezonde coping-mechanismen te ontwikkelen om met stress om te gaan en daardoor de negatieve gevolgen ervan te verminderen. Een psycholoog kan je daarbij helpen maar je kan bijvoorbeeld ook zelf ademhalingsoefeningen doen om tot meer rust te komen. Hartcoherentie training is daar een mooi voorbeeld van die je kan helpen om anders met stress om te gaan. Bovendien is het belangrijk om voldoende tijd voor jezelf te nemen om te ontspannen en te genieten van dingen die je echt leuk vindt.
In het algemeen is het belangrijk om de signalen van je lichaam te horen en er serieus naar te luisteren. Als je zelf vastloopt en stress een grote invloed krijgt op je functioneren kan het zeker zinvol zijn om hulp te zoeken van een psycholoog. Een psycholoog kan je helpen om je grenzen te beschermen en anders te leren omgaan met stress. Onze team heeft veel ervaring in de behandeling van stressklachten onder andere door middel van lichaamsgerichte therapievormen. Neem gerust contact op bij vragen of voor advies.
In onze Psychologie Blog vind je meer artikelen over stressklachten